Trots

Dit verhaal heet:
Overzicht
alle
verhalen

Stilstand is hen gegeven.

26-11-2015

‘Wat goed dat er zoveel vrijwilligers zijn’, zeggen de mensen blijmoedig tegen elkaar. Na weken van uitstellen sloot ook ik me aan bij het leger van goedbedoelenden.

Ik kan schrijven over hoe graag de kinderen wilden meedoen met het knutselen, hoe hun ouders flauwtjes glimlachten met droeve ogen.

Ik kan schrijven over alle andere vrijwilligersprojecten die ik zag.

Ik kan schrijven over de tapijttegels, tl-verlichting, grauwheid.

Ik kan schrijven over de kleuters die met elkaar op de vuist gingen. Over het jongetje dat maar om aandacht bleef vragen. Over de te korte broeken. Over de poepluier die maar niet verschoond werd. Over de taalbarrière.

En dan iets positiefs, over hoe trots we mogen zijn dat er zoveel initiatieven voor gevluchte mensen bestaan.

Maar laat me schrijven over de schaamte die ik voelde toen ik er was. Ik schaamde me voor de omstandigheden waaronder we deze mensen laten leven. Ik schaamde me voor het voedsel. Ik schaamde me voor de schraalheid. Ik schaamde me voor de onzekerheid waarin ze maandenlang moeten leven. De procedures zijn niet gestart, ze hebben geen geld. Hun kinderen gaan niet naar school.

Ik voel me getuige van diefstal. Want waar ik altijd probeer om zoveel mogelijk dingen te doen op een dag, mijn tijd nuttig te besteden, stelen we uren, dagen, maanden, van onze medemensen. Stilstand, enkel stilstand hebben we hen gegeven. Ze worden niet meer continue met de dood bedreigd, maar menselijke waardigheid gaat over meer dan dat.

Ik schaam me omdat ik niet geloof dat ‘we doen wat we kunnen’. Ik schaam me voor de schorre kelen en bange protesten waarmee de komst van een AZC wordt verhinderd. Ik schaam me voor het gebrek aan medemenselijkheid.

Ik schaam me omdat mijn leven tien kilometer buiten het AZC zoveel beter is, niet omdat ik een beter mens ben, maar omdat ik nou eenmaal een betere kaart getrokken heb.