Overzicht alle verhalen

Tags Alfabetisch Nieuwste

7 verhalen voor tag: werk

Sprookje

04-08-2015

Daar zei ze dan niets van.

Daar zei ze dan niets van.

/ /

04-08-2015

Er was eens een vrouw die niet gelukkig durfde te zijn. Het was niet eenvoudig het geluk altijd te vermijden en daarom begon ze meteen bij het ontwaken. Soms had ze heerlijk geslapen, de hele nacht aan één stuk door. Dan dacht ze bij het wakker worden: ‘Wat ben ik toch een slaapkop, er zijn mensen die al uren aan het werk zijn. En ik lig maar te dromen, te liggen, wat zonde van de tijd.’ De ochtenden na onrustige nachten zei ze tegen zichzelf: ‘Wat een vreselijke nacht was dat. Ik ben nog zo moe en de dag moet nog beginnen.’

Daarna stapte ze uit bed en ging ze voor haar kledingkast staan. ‘Wie zal ik vandaag eens zijn?’ zei ze hardop. Elke dag kon ze iemand anders zijn. Hoge hakken en een korte jurk maakten haar een wulpse dame, een vale spijkerbroek met gympen een jonge vrouw. Soms was ze opvallend, soms een grijze muis. Maar welk personage ze ook koos, gelukkig was het nooit. Nadat ze aangekleed was, kamde ze haar haren en stiftte ze haar lippen. Tegen haar spiegelbeeld zei ze dan: ‘zo kan het er wel weer mee door.’ Dan ging ze de deur uit.

Ze fietste altijd naar haar werk, ook in de wind, regen en sneeuw. Soms boden collega’s haar een lift aan met de auto, als ze tot laat hadden gewerkt of wanneer er een afscheidsborrel was geweest. Natuurlijk nam ze het aanbod nooit aan.

Wanneer er een collega vertrok, organiseerde de vrouw die niet gelukkig durfde te zijn het afscheid. Ze kocht het cadeau, regelde de catering en de speeches. Meestal vergaten een paar mensen het geld van het cadeau over te maken. Daar zei ze dan niets van.

Haar werk deed ze met veel toewijding. Het werk was niet moeilijk en ook niet erg interessant. Doorgroeimogelijkheden schoof ze door naar haar collega’s. ‘Ik zit goed waar ik zit,’ zei ze dan met een weemoedige glimlach op haar lippen. Collega’s werkten zo nu en dan vanuit huis, dat leek haar ook wel fijn.

Snel dacht ze erachteraan dat ze niet geschikt zou zijn voor zoiets. 

Dat ze vast een gebrek aan discipline zou hebben en dat het halfuur fietsen naar haar werk een minimale hoeveelheid beweging was.

Ze was geliefd, op het werk en daarbuiten. Ze kookte de sterren van de hemel voor anderen, en nam zelf het kleinste bordje met de minst goed gelukte opmaak. Ze was zo gastvrij dat haar logees in haar bed gingen, en zij op de bank lag in een oude slaapzak.

In restaurants nam ze de meest tochtige plek zodat niemand anders daar hoefde te zitten. Als de ober haar dan een betere tafel wilde geven, zei ze: ‘Tocht? Welnee, ik zit hier prima.’ Gekweld door een stijve rug liep ze dan over straat.

Er waren ook mannen die haar mee uit eten wilden nemen. Lieve, zachte mannen die de deur openhielden, haar jas aannamen, haar stoel aanschoven. Mannen die de rekening wilden betalen, mannen die luisterden en lachten om haar grapjes. Maar na een tijdje ging het altijd mis.

‘Ach,’ zei ze dan tegen haar vriendinnen, ‘hij is heel lief enzo, maar eigenlijk is hij gewoon te lief. Het is niet spannend genoeg.’ De vriendinnen vielen haar dan begripvol bij en spraken daarna over hun eigen problemen.

Het was een mooie zomerdag en de vrouw die niet gelukkig durfde te zijn fietste door de stad. Ze probeerde niet teveel om zich heen te kijken. Toch zag ze het allemaal: de blauwe lucht, de felle kleuren, de verliefde stelletjes, een kind dat leerde fietsen, een vrolijke buschauffeur die wachtte op de man die vanuit de verte kwam aangehold.

Zachtjes begon ze te neuriën. Verschrikt hield ze haar mond toen een andere fietser tegen haar zei: ‘Wat een heerlijke dag is het toch!’ Ze snelde naar huis en zette de televisie aan, maar er was nergens een journaaluitzending te vinden. Haar krant was al naar het oud papier. Ze ging op het oncomfortabele krukje naast het keukenraam zitten. Twee duiven keken haar nieuwsgierig aan vanaf de andere kant van het glas. Ze glimlachte naar de beestjes.

Ze probeerde het te negeren, maar het was heel duidelijk. Ze voelde zich licht, er bruiste iets door haar lichaam. Ze sloot haar ogen en voelde het nog sterker, in golven. Ze wist: er was geen stoppen aan.

Lunch

11-06-2015

Verlang niet naar meer.

Verlang niet naar meer.

/ /

11-06-2015

Vandaag was het een woensdag, en het was mooi weer. Vroeger had deze combinatie van omstandigheden een bepaald gevoel opgeleverd, iets van vreugde en belofte. Buiten spelen, ijsjes eten, watergevechten misschien. Nu zei Mette het alleen maar tegen zichzelf om de eindeloze stroom van gedachten te doen stoppen. Ze kende haar hoofd, wist waar het toe in staat was, maar nooit had ze de controle werkelijk verloren, waren de woorden niet te stoppen. Vandaag was het anders. De gedachtenstroom was onhoudbaar. Zachtjes begon ze de gedachten uit te spreken, want wanneer ze aan het praten was, kon ze er niet doorheen denken.

De lunchpauze was net begonnen en omdat haar twee favoriete collega’s een overleg hadden, liep ze in haar eentje tussen de grote gebouwen, op weg naar het kleine supermarktje. Iedereen droeg kleding in blauw, grijs, beige en zwart.

Ze liep met kleine pasjes, haar smalle rok en hoge hakken lieten haar geen andere mogelijkheid dan kittig te lopen.

In het supermarktje pakte ze de salade die ze altijd at, en een flesje rode vruchtensap. Normaal dronk ze water, maar dat was geen onderdeel van de combideal van de dag. Eten en drinken voor een mooi rond bedrag. Op kantoor zeiden ze soms: neem je een cd’tje voor me mee? Het was elke dag anders, maar na drie jaar werken op dezelfde plek was er geen combideal meer te bedenken die ze niet al eerder had gehad. Ze keek naar de boodschappen in haar hand. Honderden mensen zouden vandaag hetzelfde eten als zij.

Er werkten geen kassamedewerkers meer in de winkel. Ze scande haar boodschappen zelf en pinde zonder een code in te toetsen. Intussen bleef haar hoofd tollen van de zinnen, flarden van zinnen, ideeën, meningen, angsten, losse woorden, monologen, dialogen, gefluister en geschreeuw.

Ze haatte haar baan.

Ze wist het, maar nooit zou ze het hardop uitspreken, ze durfde het haast niet te denken. Ze werd goed betaald, werkte voor een bekend bedrijf, was bevriend met een aantal collega’s. Ze had een huis gekocht, ging op vakantie, kocht mooie tassen. Maar niets hielp werkelijk, ze haatte haar baan.

‘Wees niet bang, niemand weet waar hij mee bezig is, ze denken er alleen niet over na,’ prevelde ze nu hardop. Het was een mantra dat ze had geschreven naar aanleiding van een artikel in een vrouwenblad. Het sturen van je eigen gedachten, zo stond er, was erg eenvoudig. Daarom besloeg het verhaal slechts anderhalve pagina met veel spirituele afbeeldingen eromheen. Ze had het in elk geval erg serieus genomen en uitgeknipt, gekopieerd, gelamineerd en op verschillende plekken in haar huis gelegd.

Ze ging op een bankje zitten en begon de salade te eten met de houten vork die ze erbij gepakt had. Elke dag een houten vork, elke dag een plastic bakje, elke dag een plastic flesje, elke dag twee servetjes. Ze zou vast naar de hel gaan.

Er liepen twee jonge vrouwen voorbij. Alles aan hen ademde ambitie en belofte.

‘Waar zie jij jezelf over vijf jaar?’ vroeg de linker aan de rechter. Het antwoord kon Mette niet verstaan, de twee liepen stevig door, hadden vast geen tijd voor pauzes.

Mette begon te prevelen. ‘Over vijf jaar? Ik weet niet eens wat ik vanavond ga eten- dus waar heeft iedereen het toch over? Het kan niet zijn dat dit het is- dat dit hier, deze onzin, dat dit het is.’

Een andere stem klonk ineens: ‘Waarom niet- waarom niet?’

Voordat ze kon antwoorden, kwam er een tweede stem bij: ‘Verlang niet naar meer- verlang naar dat wat je hebt.’

Mette schudde met haar hoofd. Ze kon niet gek worden, niet vandaag, er was geen tijd. Ze sloot haar ogen.

Een harde stem klonk dicht bij haar gezicht. ‘Hallo? Kun je mij horen?’

Er werd aan haar schouders getrokken, geschud.

Ze opende haar ogen. Boven haar hingen bezorgde gezichten met gekromde lichamen eraan.

‘Je bent flauwgevallen’

‘Weet je waar je bent?’

‘Kunnen we iemand voor je bellen?’

Ze sloot haar ogen weer.

Een collega van een andere afdeling liep voorbij en belde de secretaresse die haar naar huis bracht. De bedrijfsarts werd ingeschakeld. Er werden bloemen bezorgd. Het kwam veel voor, zeiden mensen uit haar omgeving. Ze had te hard gewerkt, was te ambitieus, dat soort dingen.

Mette staarde apathisch voor zich uit in een leunstoel in de tuin van haar ouders. De gedachten waren opgehouden, ze hoorde slechts nog een zacht gezoem. Zodra ze de juiste pillen en de juiste dosering hadden gevonden, zou ze weer aan het werk gaan. Ze dacht dat ze ernaar uit keek.

Sales

25-02-2015

Een stilleven van haar leven

Een stilleven van haar leven

/ /

25-02-2015

‘Goed, dank u voor dit gesprek. Wij spreken deze week nog een aantal kandidaten en zullen dan contact met u opnemen.’ De dame van personeelszaken leek haar mond niet te hoeven bewegen terwijl ze dit zei, als een doorgewinterde stewardess die gedachteloos een zwemvest aantrok en de nooduitgangen aanwees.

Ook de kandidaat had al eerder met dit bijltje gehakt en zei met dezelfde routine allerlei gepaste dingen. Ze pakte haar fiets die ze twee straten verderop had geparkeerd. (ze wist niet zeker of er wel plek was voor de deur van het bedrijf en wilde adequaat en zelfverzekerd binnenkomen, dat lukte beter wanneer ze haar fiets in een rekje had weten te stallen) Het was rustig in de stad, op dit tijdstip waren de meeste mensen aan het werk of in elk geval andere dingen aan het doen dan fietsen.

Ze stopte bij de supermarkt op de hoek en kocht alvast avondeten. Ze nam van alles het goedkoopste en ook de boontjes die in de aanbieding waren. Bij de kassa haalde ze de boodschappen uit haar mandje en zette de boel op de band. Een stilleven van haar leven, dacht ze somber. Een leven met wit deeg, goedkope groenten en lelijk vormgegeven verpakkingen. Misschien zou het binnenkort beter worden, het was immers geen slecht gesprek. Ze probeerde het voor de geest te halen, maar kon slechts flarden herinneren en merkte toen dat ze de gesprekken van gister en vandaag door elkaar aan het halen was.

Ze stopte de boodschappen in haar handtas, droeg wat er niet in paste in haar armen naar haar fiets. Achter haar klonk geroep. Een kleine dikke vrouw kwam achter haar aan gesneld, een pinpas in haar hand. ‘U vergeet uw pas’ zei de vrouw buiten adem, ‘ontzettend bedankt’ zei de sollicitante. Ze stapte op haar fiets en reed naar huis.

Zodra ze haar boodschappen had uitgepakt, ging haar telefoon.

‘Met Mara Hansen.’

‘Dag Mara, met Sandra spreek je, van personeelszaken. Vanmorgen hebben wij een gesprek gehad, en ik wilde je graag nog een aantal aanvullende vragen stellen.’

‘Okee.’

‘Of eigenlijk: ik wilde je even doorverbinden naar mijn collega van PZ, de heer van Gelderland.’

‘Van Gelderland?’

‘Ja, dat is bij ons gebruikelijk- wanneer we een kandidaat potentieel interessant vinden, volgt er nog een korte telefonische screening voordat we verdere besluiten nemen.’

Mara slikte. Ze was potentieel interessant geacht, en nu moest ze zich dan gaan bewijzen aan de telefoon met ene meneer van Geldland of zoiets.

‘Okee.’

‘Dan verbind ik je nu door, het kan even duren dus blijf aan de lijn.’

Een muziekje klonk. Het was waarschijnlijk ooit gecomponeerd met de gedachte van rustgevende muziek voor momenten van wachten, maar het deed alle haren op haar armen recht overeind staan. Ze had gelezen dat de Amerikanen de tune van Sesamstraat gebruikten als martelmethode, misschien konden ze ook contact opnemen met de schepper van dit melodietje. Drie minuten en twintig seconden later kreeg ze iemand aan de lijn.

‘Hallo?’

‘Ja, mevrouw Hansen? U spreekt met Johan van Gelderland, PZ. Ik zal u nog wat vragen stellen, zoals mijn collega u ongetwijfeld heeft verteld.’

Zijn stem klonk scherp, kwaad bijna.

‘Ja.’

‘U heeft bij ons gesolliciteerd, is dat correct?’

‘Ja.’

‘U schrijft dat u ons bedrijf een prachtige inspirerende plek vindt, is dat correct?’

‘Ehm, ja.’

‘Vindt u dat?’

‘Nou zeker op het gebied van..’

‘Ja of nee mevrouw Hansen.’

‘Ja.’

‘Momentje alstublieft,’ zei de man. Op de achtergrond klonk gerommel.

Ze slikte en masseerde haar slapen. Ze probeerde haar brief voor de geest te halen, maar de afgelopen weken had ze haast dagelijks een brief gestuurd, en elke werkplek de hemel ingeprezen. Sommige brieven waren zo goed gelukt dat ze haast ging geloven wat ze schreef.

‘Mevrouw Hansen, bent u daar nog?’

‘Ja.’

‘Ik wil meer waarheid.’

Verward herhaalde ze de vraag in haar hoofd, wat was dat nou, meer waarheid?

‘Kunt u uitleggen wat u precies bedoelt?’

‘Meer waarheid. Ik hoor het wanneer iemand mij bedondert. Dus ik herhaal de vraag maar even, vindt u deze werkplek inspirerend?’

‘Ja.’

‘MEER WAARHEID!’

‘Ja.’

‘MEER WAARHEID!’

‘Okee!’

‘TOE DAN!’

‘Nee!’

‘Bent u werkelijk gedreven met een hands-on mentaliteit?’

‘Ja.’

‘MEER WAARHEID!’

‘Ja.’

‘MEER WAARHEID!’

‘Nee.’

‘Heeft u werkelijk geleerd snel te schakelen tussen verschillende projecten en afdelingen?’

‘Ja.’

‘MEER WAARHEID!’

‘Ja, het is waar!’

‘MEER WAARHEID!’

‘…maar het waren misschien maar twee afdelingen van elk drie personen…’

‘MEER WAARHEID!’

‘…die parttime werkten..’

‘Heeft u werkelijk een passie voor Sales?’

‘Ja.’

‘MEER WAARHEID!’

‘Nou ja, passie, passie. Ik ben er goed in, dus dan…’

‘MEER WAARHEID!’

‘Soms kom je er pas na een tijdje achter waar je talenten nu werkelijk liggen en voor mij is Sales gewoon een stukje….’

‘MEER WAARHEID!’

‘Ik haat het maar ik kan niks anders!’

Ze zwegen aan beide kanten van de lijn.

‘Mevrouw Hansen?’ Meneer van Gelderland klonk heel kalm nu.

‘Ja?’

‘Graag zie ik u donderdag om half vier bij personeelszaken. Dan nemen we het contract door en laten we uw nieuwe werkplek zien.’

‘Okee.’

‘Nou, proficiat en een fijne dag nog,’ zei meneer van Gelderland opgeruimd.

‘U ook,’ zei Mara terwijl ze vertwijfeld om zich heen keek.

Sportschool

06-11-2014

Onder haar hoofd een lichaam.

Onder haar hoofd een lichaam.

/ /

06-11-2014

Mieke werkte nu sinds twee jaar in het hoge kantoor achter het station. Ze deed administratief werk, saai maar wel goedbetaald. Ze bouwde pensioen op en had ook een sportschoolabonnement van de zaak. Daar zou ze gebruik van kunnen maken, maar in praktijk rende ze liever door het park, dan dat ze ook nog tijdens het sporten met collega’s te maken had. Samen een lesje volgen, in de kleedkamer staan, laat staan de sauna… Sommige dingen hield Mieke liever gescheiden. De andere vrouwen op de afdeling gingen wel elke dinsdag en donderdag naar de sportschool. Ze volgden lessen met namen als BBB, Bodytone of Abmazing.

Steeds vaker gingen de gesprekken de volgende dag over de sportles van de avond daarvoor. En steeds vaker gingen de gesprekken tijdens de lunch over de les van die avond. Zo kwam het dat er op dinsdag, woensdag, donderdag en vrijdag over de sportschool gesproken werd, over de spierpijn, over de mensen die ze nu weer gezien hadden in de sportschool. Langzaam maar zeker was Mieke een buitenstaander geworden die geen idee had van de wereld van haar vrouwelijke collega’s.

‘Kom toch een keertje mee,’ had Sonja tijdens de lunch geopperd, nadat ze met de anderen ruim twintig minuten uitgebreid hadden gelachen om de blunder van Jeffrey op de sportschool. Hij was één van de instructeurs, wist Mieke inmiddels, haar collega’s kenden de namen van iedere instructeur. Ze hadden precies de namen die je zou verwachten bij het beroep van sportschoolinstructeur. Net zoals zij de naam droeg van een administratief medewerkster, bedacht Mieke somber.

‘Nee dankje, ik ga niet mee, het is niks voor mij, zo’n bedompte ruimte met apparaten enzo..’
‘Maar we doen ook een lesje,’ begon Sonja, ‘het is echt heel leuk en gezellig.’
‘En je kunt het ook wel gebruiken,’ viel Karin haar bij, ‘niet lullig bedoeld ofzo.’
‘Hoe bedoel je, ik kan het wel gebruiken?’
‘Nou, gewoon zoals iedereen van onze leeftijd… Een kleine lifting van je billen, iets meer gevormde armen, strakker buikje. Je kunt het wel gebruiken.’

‘Waar kan ik dat dan precies voor gebruiken?’

‘Je gaat lekkerder in je vel zitten, dat is wat Karin wil zeggen,’ probeerde Sonja de boel te sussen. Maar Karin liet zich niet graag sussen.
‘Nee, hoor ik bedoelde alleen te zeggen dat ze nu nog kan ingrijpen, maar straks is het te laat. Een zacht buikje wordt een buik, een zakkend kontje wordt twee lege kussenslopen en een ongetrainde arm een stuk stof aan een bot, weetjewel, zo’n flieber die beweegt wanneer je zwaait. Verder was het niet lullig bedoeld ofzo.’
Karin nam een slokje cola light. Sonja at hoofdschuddend de laatste happen van haar salade. Mieke staarde voor zich uit en sprak toen heel rustig tot Karin: ‘Wel fijn dat je het niet lullig bedoelde. En ook wel fijn dat je dat er voor de zekerheid nog even bij zei. Ik ga maar weer eens aan de slag.’

Na twee uur werken stond Mieke op om naar de wc te gaan. Ze droeg een strakke broek en een bloesje, kleding waar ze nooit lang over na dacht. Maar nu, nu voelde ze zich als een vervallen gebouw. Mooi in de jaren ’80 en ’90, nu wat gedateerd en spoedig een ware ruïne. Nog nooit eerder had ze op zo’n manier nagedacht over haar kont, haar buik, haar armen. En dit had Karin alleen nog maar gezegd op basis van Mieke’s uiterlijk op kantoor. Wat zou ze wel niet denken wanneer ze Mieke in de kleedkamer zou zien?

In de spiegel bij de toiletten bekeek Mieke zichzelf nog eens goed. Ze had mooi haar, een paar rimpels in haar gezicht, maar niks ernstigs. Beetje wallen onder haar ogen, maar goed, wie heeft dat niet als je Netflix hebt. En onder haar hoofd een lichaam. Gewoon een lichaam, het kon rennen door een park, fietsen en zwemmen. Het was best gezond. Alle gewrichten, banden en botten waren nog origineel.

Bij de koffiemachine stond haar collega Henk, hij werkte al twintig jaar bij het bedrijf. Hij was in gesprek met Tinus, een andere oudgediende. Tinus had een grote ronde buik die hij in bedwang hield met een overhemd en een riem. Tevreden klopte hij op zijn buik. ‘Ja, Henk, goed gereedschap moet je onder een afdakje hangen.’
De mannen lachten tevreden en spraken verder over een of andere voetbalwedstrijd waar Mieke alleen iets van had meegekregen door de ME busjes die de stad hadden belegerd gisteravond.

‘Ha Mieke, cappuccinootje voor jou doen?’
‘Doe maar zwarte koffie vandaag,’ zei Mieke.
‘Zwarte koffie? Wat is er aan de hand? Je bent toch niet aan de lijn hoop ik?’
‘Nee hoor, soms wil ik zwarte koffie. Maar even een vraagje, ga jij wel eens naar de sportschool?’
‘Waarom zou ik dat nou doen, haha de sportschool. Heb je soms te lang met dames lopen babbelen?’
‘Nou, ze vroegen of ik niet toch mee wilde…’
‘Dat heb jij toch helemaal niet nodig?’
‘Nou, als ik nu niet in actie kom, dan ben ik over een paar jaar misschien wel…’
‘Ben benieuwd wat er nou komme gaat,’ zei Tinus met een lach op zijn gezicht.
‘..helemaal uitgezakt en vadsig.’
Tinus en Henk keken elkaar aan en barstten in lachen uit. ‘Uitgezakt en vadsig!’ Hikte Tinus. ‘Dus dan wil je eigenlijk het beste van mij en van hem hebben!’
‘Haha, jij wilt zeker met die andere meiden een beetje gaan puffen voor de spiegel. Je hele week erop inrichten, alleen maar daarover lullen, je bent niet goed, hahaha!’

Mieke liep terug naar haar bureau. Halverwege stopte ze bij de werkplek van Karin. ‘Hoi, ik heb er net even over nagedacht en ik ga niet mee vanavond. Of morgenavond of wanneer dan ook. Het is niet lullig bedoeld ofzo, maar ik heb het niet nodig.’

Barista

20-02-2014

Zij moest dan glimlachen.

Zij moest dan glimlachen.

/ / /

20-02-2014

Het was de vijfendertigste dag dat het meisje in de koffiebar werkte. Haar baan heette vroeger koffiemeisje en tegenwoordig barista. Ze kon met schokkende bewegingen melk in een kopje doen zodat er een vormpje zichtbaar werd. Ze kon met cacao wolkjes in vormpjes uitstrooien en met een razend tempo alle mogelijk opties opratelen. Skinny, soja, extra hot, iced, met shot, double, mocca, caramel, creamed en nog dertien andere dingen.

Ze was goed in haar werk en nog mooi ook. Een combinatie die de vaste klanten beloonden met een fooi bij elke koffiebestelling die ze deden. Dat was dan twintig cent per bestelling, of iets dergelijks, maar dat weerhield de klanten in kwestie er niet van hun kleingeld met de nodige nadruk in het bakje te gooien. Met een veelbetekenend lachje keken ze haar dan aan, in hun pakken, in hun overhemden met patroontjes, met hun puntige schoenen. Sommigen droegen excentrieke brillen. Dat waren de motivators, personal coaches, trainers en b2b marketeers. Deze figuren lieten hun kaartjes achter als de stront van een toerist in India. 

Het was haar niet verteld de eerste dag dat ze hier kwam werken, maar er was een ongeschreven deal die bij dit werk hoorde. In ruil voor de paar euro fooi die ze dagelijks uit het oranje potje kon vissen, mochten de klanten in kwestie tegen haar praten, kletsen, ouwehoeren, de grootst mogelijke onzin uitkramen.

Zo was ze al meerdere malen uitgenodigd voor een workshop van één van de brillen. Een workshop waar ze in haar kracht zou leren staan. Normaal gesproken zou deze middag een honderdvijftig euro hebben gekost, maar voor een weekje gratis Latte Macchiato’s zou ze mee mogen doen. De andere bril beloofde haar vijftig procent korting op de cursus personal branding. Maar dan moest ze wel koffie komen zetten op de cursusmiddag zelf. Deze categorie mensen was erg, maar omdat ze eigenlijk tamelijk ongelukkig uit hun ogen keken en er een vrij grote voorspelbaarheid uitging van hun gedrag (het begon bijvoorbeeld altijd met een: ‘Weet je wat jij zou moeten doen?’) was ze er langzaam aan gewend geraakt.

De lastigste fooismijtertjes waren de dikke baasjes die een of ander handeltje hadden opgezet en nu als trotse haantjes door de straten liepen. Er waren dan twee scenario’s denkbaar. De eerste mogelijkheid was dat ze luid bellend binnenkwamen. Dan riepen ze hun bestelling heel vlug terwijl ze bleven telefoneren. Het wisselgeld werd gedropt in het fooienpotje omdat dat makkelijker was dan het weer op te bergen.

De tweede groep kwam binnen, keek op en was verbaasd zodra zij opmerkten dat ze te maken hadden met een mooie en bekwame barista. Daarop besloten zij dan het wisselgeld in het bakje te smijten met een begeleidende opmerking. ‘Zo, moppie das voor jou.’ Of: ‘Heb je lekker geslapen schat?’ of: ‘Je ziet er moe uit, drukke nacht gehad?’

Zij moest dan glimlachen, een leuke opmerking terug maken, maar nooit onbeleefd te zijn. Dat waren de regels, zo waren haar dagen. Tot deze dag.

Ondanks het weigeren van alle cursussen en workshops voelde ze zich anders vandaag.


Ze voelde zich langer, mooier, slimmer, krachtiger. En ook bozer, maar daarvan was ze zich nog niet bewust toen ze om zeven uur ‘s morgens het rolluik omhoog deed.

Om half acht verschenen de eerste klanten.

‘Dag schoonheid, hoe gaat het met jou?’ Vroeg de eerste man terwijl hij driftig over zijn telefoon aaide. ‘Goed hoor,’ zei ze op de automatische piloot. En weg was hij. Het leek een dag als de andere te worden. Maar toch was er iets anders. Bij elke fooi werd ze een klein beetje kwader. Het was bij de negende klant dat de eerste barsten in haar dienstverlenende instelling zichtbaar werden.

‘Doe maar extra heet, daar weet jij wel raad mee’ had de man gezegd. ‘Jazeker,’ had ze geantwoord, ‘maar weet u daar ook raad mee? Of gaat u nu met uw obese lijf in de auto zitten op weg naar uw kantoortuin, uw systeemplafond, uw werktoren, uw collega’s, uw afdeling, uw mailboxen, uw besprekingen, uw lunchpauze- allemaal niet zo heet?’ Verward had hij haar aangekeken. Hoofdschuddend pakte hij zijn beker koffie en al mompelend verliet hij het pand.

Hierna was ze gekalmeerd, voor een klant of vijf, zes. Toen kwam Richard binnen. Richard deed alsof de koffietent van hem was, en omdat hij er al langer kwam dan dat zij er werkte, was er weinig tegen in te brengen geweest. ‘Dag moppie…’ begon hij zijn bestelling. ‘Rot op met je moppie, noem je eigen moppie maar moppie, noem je hond moppie, maar moppie mij niet,’ zei ze afgemeten. Verbaasd keek Richard op. ‘Met het verkeerde been uit bed gestapt?’

‘Ha! Met het verkeerde been! Ja, dat moet haast wel, als ik geen moppie genoemd wil worden door willekeurige mannen.’ 

‘Willekeurige mannen? Ik ben toch geen willekeurige man? Ik kom hier elke dag.’

 ‘Maar dat maakt mij nog niet je moppie. Wat denk je nou?’

Richard werd rood, hij keek haar kwaad aan. ‘Ik laat me niet zo behandelen in mijn eigen koffietent.’ ‘Nee,’ zei ze ‘IK laat me niet zo behandelen in mijn eigen koffietent.’

‘Ik geef je verdomme elke dag fooi’ zei Richard.

‘Weet je wat je kunt doen met die fooi?’ Ze pakte het bakje en smeet de inhoud in zijn gezicht. De muntjes rinkelden op de tegelvloer. Rustig zette ze het kommetje weer terug op de bar. 

‘Takkewijf, hier ga je spijt van krijgen’ siste Richard terwijl hij naar de deur liep.

‘Dat zou me ernstig verbazen’ schreeuwde ze hem achterna.

Toen de deur dichtviel draaide ze het bordje om. De tent was weer gesloten voor vandaag. Best leuk, dat in je eigen kracht staan.

 

 

 

 

Ontslag

23-05-2013

Ontslag nemen is geen optie.

Ontslag nemen is geen optie.

/ / /

23-05-2013

Geachte maatschappij,

 

Bij deze wil ik u graag informeren dat ik ontslag neem.

 

Met vriendelijke groet,

 

Revka Bijl.

 

 

Geachte mevrouw Bijl,
 
Helaas moeten wij u mede delen dat ontslag geen optie is. Wel zouden wij u willen vragen bijgaande enquête in te vullen.
 
Met vriendelijke groet,
 
De maatschappij

 

 

BIJLAGE
Deze bijlage maakt deel uit van een onderzoek naar het groeiend aantal verzoeken tot ontslag van de maatschappij. Maatschappijverlating is een illegale praktijk welke op geen enkele manier zal worden ondersteund door de maatschappij. Mocht u nog eventuele vragen hebben, dan wensen wij u veel sterkte.
De vragenlijst neemt slechts enkele minuten in beslag en zal zeer waardevol zijn voor de maatschappij.
 
De volgende vragen kunt u met Ja (J) of Nee (N) beantwoorden.
 
  1. Heeft u gestudeerd? (In geval van Ja, ga naar 2, anders ga naar 5)
  2. Heeft u uw hart gevolgd inzake studiekeuze?
  3. Heeft u meerdere studies afgerond?
  4. Heeft u een studielening afgesloten?
  5. Heeft u een passende baan?
  6. Heeft u zicht op een passende baan?
  7. Heeft u een vaste woning?
  8. Heeft u zicht op een vaste woning?
 
Hieronder staan vijf stellingen. Vul in: waar, niet waar of weet niet/geen mening.
 
  1. De maatschappij dat ben jij.
  2. Denk vooruit.
  3. Leuker kunnen we het niet maken, wel makkelijker. 
  4. De dag die je wist dat zou komen, is nu hier.
  5. Veiligheid heb je zelf in de hand.

 

 

 

 

Geachte maatschappij,

 

Dank voor uw snelle reactie. Helaas zal ik de enquête niet invullen.

 

Met vriendelijke groet,

 

Revka Bijl.

 

 

 

Geachte mevrouw Bijl,
 
De enquête niet invullen is geen optie.
 
Met vriendelijke groet,
 
De maatschappij

 

 

Geachte maatschappij,

 

Hier mijn antwoorden:

  

  1. Heeft u gestudeerd? (In geval van Ja, ga naar 2, anders ga naar 5)     J         
  2. Heeft u uw hart gevolgd inzake studiekeuze?                                       J
  3. Heeft u meerdere studies afgerond?                                                       J
  4. Heeft u een studielening afgesloten?                                                      J
  5. Heeft u een passende baan?                                                                    N
  6. Heeft u zicht op een passende baan?                                                     N
  7. Heeft u een vaste woning?                                                                       N
  8. Heeft u zicht op een vaste woning?                                                        N

  

  1. De maatschappij dat ben jij. weet niet/geen mening
  2. Denk vooruit. weet niet/geen mening
  3. Leuker kunnen we het niet maken, wel makkelijker.  weet niet/geen mening
  4. De dag die je wist dat zou komen, is nu hier. weet niet/geen mening
  5. Veiligheid heb je zelf in de hand. weet niet/geen mening

 

Ook zou ik graag bezwaar willen maken omtrent mijn verzoek tot ontslag.

 

Met vriendelijke groet,

 

Revka Bijl.

 

 

 
Geachte mevrouw Bijl,
 
Ontslag nemen is geen optie. Over de uitslag kan niet worden gecorrespondeerd.
 
Hoogachtend,
 
De maatschappij.

 

 

 

Motherfuckers.

 

Met vriendelijke groet,

 

Revka Bijl.

 

 

 

 

Geachte mevrouw Bijl,
 
Het zij zo.
 
Hoogachtend,
 
De maatschappij.

 

Bedankt

25-03-2013

Wij wensen u veel succes in de toekomst.

Wij wensen u veel succes in de toekomst.

/

25-03-2013

Geachte mevrouw Bijl,

Veel dank voor uw reactie op onze vacature. Helaas is de keuze niet op u gevallen. Door het grote aantal reacties kunnen wij normaal gesproken niet nader toelichten waarom onze voorkeur naar een andere kandidaat is uitgegaan. Echter, in uw specifieke geval zal ik, (Marcel de Vries, P&O manager) een korte uiteenzetting geven van diverse redenen u niet uit te nodigen. Maar wees vooral niet bevreesd verder te lezen, want deze terugkoppeling bevat uiteraard ook de nodige complimenten.

Zo is het prijzenswaardig dat u voor creatieve studies hebt gekozen, en uw hart heeft gevolgd. Echter zoeken wij iemand met een gezonde honger naar geld, dat valt uit uw opleidingen bepaald niet op te maken. 

Ook de diverse vrijwilligersactiviteiten in zowel binnen –als buitenland geven een positief beeld van u als persoon. Wij zoeken echter geen persoon, wij zoeken een werknemer.

Daarnaast getuigen die vrijwilligersactiviteiten ook van een wat naïeve levensinstelling. Wij werken hier met realisten.

Hoewel het steeds vaker voorkomt dat ouders hun kinderen een originele naam meegeven, zien wij toch liever namen die vertrouwen uitstralen. Waarmee niet wordt gezegd dat u onbetrouwbaar bent, maar het gaat hier niet om ons, het gaat hier om de klant.

Soortgelijke opmerking kan worden gemaakt over uw haarkleur- wij kiezen voor een bepaalde uitstraling naar de klant. (maar mocht u interesse hebben eens een vorkje te prikken: 06- 26935472)

Het is fijn dat u een enthousiaste indruk maakt in uw schrijven, het doet ons echter vrezen dat deze baan te weinig uitdagend zal zijn. Want laten we wel wezen- corporate data business handler creative executive designer engineer consultant assistant zijn, is een weinig prikkelende functie voor een bohémienne als u. 

Wij wensen u veel succes in de toekomst,

Marcel de Vries,

P&O manager

Wankers inc. Faking sustainable creativity for rich white people and hipsters who want to kill themselves.