Ik weet het goedgemaakt.
05-02-2016
Ze hield het theekopje goed vast en keek om zich heen. Overal hingen afbeeldingen van tatoeages, chinese tekens, draken, vlammen, tribals, ankertjes en pin-ups, alles was mogelijk hier. Tussen de afbeeldingen hingen diploma’s en certifcaten van de inspectie. Een tatoeage, ze had het nooit serieus overwogen, maar mocht ze het ooit willen, dan was dit vast een goede plek. De studio was in elk geval een stuk minder heftig dan ze had gedacht. Er stond geen harde rockmuziek op, het rook fris en ze kreeg een kopje biologische kruidenthee aangeboden.
Ze zat op een rood pluche fauteuiltje, tegenover haar was de eigenaar van de tattooshop gaan zitten. Ze was naar binnen gekomen om een pakketje dat per ongeluk bij haar bezorgd was, af te geven. Sinds kort waren overburen, ze woonde nog maar drie weken in het huisje schuin tegenover de shop.
Vaak was ze al voorbij gelopen. Steeds hadden ze naar elkaar gelachen, gezwaaid zelfs. In haar hoofd was hij een leuke interessante man geworden, en heel anders dan wat ze gewoonlijk aan mannen ontmoette.
Zomaar een gesprek beginnen was niet haar sterkste kant, maar met de komst van het pakketje had ze een echte reden gekregen om binnen te lopen, een praatje te maken. Voor de zekerheid had ze even een beetje lippenstift opgedaan voordat ze naar hem toe ging. Haar joggingbroek verving ze voor die ene spijkerbroek waarin ze een buitengewoon goede kont had.
Hij had haar hartelijk ontvangen, thee ingeschonken, was met haar gaan zitten en had verteld over zijn zaak. Hoeveel klanten hij had, wat de leukste opdrachten waren, dat soort dingen. Zij vertelde over haar werk als freelance consultant, over de woning die ze met veel geluk had weten te bemachtigen, over de dingen die ze nog ging veranderen in haar huis.
Hij luisterde en lachte om al haar grapjes. Ze voelde zich op haar gemak, hoewel ze in de spiegel zag dat ze wel een beetje rode konen had gekregen, alsof ze een paar glazen rosé had gedronken op nuchtere maag.
‘Doet het pijn, zo’n tatoeage?’ vroeg ze aan hem.
‘Ik kan het je wel even laten voelen, doe ik er gewoon geen inkt in,’ had hij gezegd.
Zoiets zou ze normaal gesproken nooit gedurfd hebben, maar om nu tegenover deze compleet ondergetatoeëerde man te zeggen dat ze het niet durfde, dat was nog enger dan het gewoon maar te doen.
Hij demonstreerde het door een stukje op haar arm onzichtbaar te tatoeëren. Het deed inderdaad veel minder pijn dan ze had gedacht.
‘Wat voor plaatje zou je nemen als je er eentje zou laten zetten, wat vind je mooi?’
‘Die bloemen vind ik wel mooi,’ zei ze terwijl ze op een paar tekeningen wees die vlakbij de deur hingen. ‘Maar het is toch niet echt iets voor mij. Heb er nooit serieus over nagedacht, tenminste.’
‘Blader anders even hier doorheen,’ zei hij terwijl hij een map vol voorbeelden overhandigde.
Hij ging op de armleuning van haar stoel zitten en keek over haar schouder mee naar de plaatjes. Een paar keer raakte hij haar rug zachtjes aan, ze hoopte dat het nog vaker gebeuren zou.
‘Ik denk dat ik deze het mooiste vind,’ zei ze toen, wijzend op een plaatje van een viooltje. ‘En mijn oma heette ook Violet.’
‘Mooi vind ik dat, dat er wel betekenis bij zit,’ zei hij, ‘soms dan willen mensen zomaar wat, en dat slaat dan gewoon nergens op. Vorige week nog, heb ik een pot Nutella op iemands kuit moeten zetten. Natuurlijk hield die gast wel van Nutella, maar je kunt toch moeilijk je hele been volzetten met je boodschappenlijstje.’
Ze lachte om zijn grapje, iets harder dan nodig.
‘Ik kan hem ook heel mooi klein maken,’ zei hij toen. ‘Dat het echt een soort geheimpje van jezelf wordt, ergens op je voet bijvoorbeeld. Je hebt mooie voeten, dat zag ik al meteen.’
Verlegen keek ze naar haar voeten in haar favoriete leren sandaaltjes.
‘Mag ik even?’ vroeg hij toen en hij gebaarde naar haar enkel. Verward knikte ze.
Hij nam haar rechtervoet op zijn schoot en deed het sandaaltje uit. Toen bestudeerde hij beide zijden van haar enkel en zei: ‘deze plek zou prachtig zijn.’
Ze probeerde haar voet terug te trekken, maar hij had haar enkel stevig vast. Bovendien hield hij nu in zijn andere hand het zoemende apparaatje met de naald erin.
‘Nee, dankje’ zei ze met paniek in haar stem. Hij leek haar niet te horen.
‘Niet doen,’ zei ze nu luider. Ze voelde speldenprikjes in haar huid en durfde zich niet meer te bewegen, bang om meer schade aan te richten. Ze huilde en keek de andere kant op.
Toen was hij klaar. In minuten had het kort geduurd, in beleving zou het nooit meer voorbij gaan.
Op haar enkel een klein viooltje.
‘Zo,’ zei hij. ‘De eerste is altijd heftig.’
‘Maar, maar ik wilde helemaal geen tatoeage.’
‘Doe niet zo gek. Je loopt hier al dagen lachend voorbij, komt hier een beetje met me zitten ouwehoeren, gouden sandaaltjes en alles… en nu wil mevrouw het niet meer?’
Ze keek bedremmeld naar de grond. Zou hij gelijk hebben?
Hij legde zijn hand op haar schouder en zei toen: ‘Ik weet het goedgemaakt. Deze krijg je van mij. Omdat we buren zijn.’
Bevend ging ze weer naar buiten. Ze schaamde zich als nooit tevoren en vroeg zich af of ze dit ooit aan iemand vertellen zou.