Ze vragen niks, ze doen het gewoon.
25-06-2014
Jordi deed de deur open van de slaapkamer van zijn zusje Lulu. Die zat daar op het tweepersoonsbed samen met haar beste vriendin Mimi. Het bed was bezaaid met tijdschriften en kleding. De televisie stond aan, maar de twee keken niet. Mimi was kleding aan het bekijken op haar Ipad en Lulu was een spelletje aan het spelen op haar telefoon.
‘Wat moet je?’ vroeg Lulu zonder op te kijken.
‘Mama vraagt welke pizza jullie willen.’
‘Tonno. Wij willen altijd tonno.’
‘Ja, wij willen altijd tonno,’ herhaalde Mimi zonder op te kijken.
Jordi haalde zijn schouders op en maakte aanstalten de kamer te verlaten. Toen draaide hij zich om en zei hij:
‘Weet je wat er gebeurt als je gewoon ergens een rij vormt met een groep mensen, zeg tien, vijftien man?’
‘Nou?’ Zei Lulu of Mimi.
‘Dan sluiten mensen gewoon aan. Ze vragen niks, ze doen het gewoon.’
‘Denk je?’ Zei Mimi.
‘Nee, dat is zo, ze hebben het wetenschappelijk onderzocht. Ze hebben het ergens in Amerika getest en er ontstond echt een rij.’
‘Bizar,’ zei Mimi. Nog steeds hield ze haar ogen strak op de Ipad gericht.
‘Ja.’
‘Jordi, doe je de deur achter je dicht?’ Zei Lulu nu met een vermoeide stem.
Hij deed de deur achter zich dicht en ging naar beneden. In de keuken vertelde hij zijn moeder dat de meisjes een pizza salami wilden. Altijd salami, voegde hij eraan toe.
Het vertrek van Jordi uit de kamer verlegde de aandacht van de meisjes naar de tv. Twee donkerbruin geverfde meisjes met neptieten vochten met elkaar in het bubbelbad van een villa waar ze met met tien anderen woonden in het kader van een sociaal experiment. Plukken haar vlogen alle kanten uit, maar het gaf niet, want het was toch nep.
‘Ik heb honger,’ zei Mimi terwijl ze geeuwde.
‘Ja, ik ook.’
‘Heb je eten in je kamer?’
‘Cornflakes.’
‘Heb je ook melk?’
‘Nee, alleen cornflakes.’
‘Okee.’
Ze aten cornflakes uit de doos. Op tv zat een gespierde jongen in een string op een olifant. Om hem heen de lokale bevolking van het tropisch oord waar hij naartoe was gegaan om zichzelf te vinden. De jongen zei later dat het een onvergetelijke ervaring was om bij een volk te zijn dat nog niet zo ver ontwikkeld was.
‘Kom, we maken een selfie,’ zei Lulu nu.
‘Niet teveel duckface he?’
‘Moet jij zeggen.’
‘Ik moet meer lippenstift,’ driftig graaide Mimi in haar grote leren tas.
‘Deze is beter.’
‘Okee, deze filter doen?’
‘Ja.’
De foto was nu een sfeervol plaatje in pasteltinten geworden.
Mimi pakte een potje nagellak uit haar tas. ‘Kijk, de nieuwe kleur van Chanel. Van mijn moeder gejat, merkt ze toch niet.’
‘Cool.’
‘Moet zondag weer mee naar mijn oma, mijn moeder appt me net,’ zei Mimi nu met een verveeld gezicht.
‘Weet je wat mijn oma altijd zegt? antwoordde Lulu, ‘Ze zegt: kinderen jullie zijn de toekomst. Wot de fak denk ik dan altijd- wat moet je daar nou mee?’
‘Ja, serieus wot de fak echt,’ zei Mimi nu ook terwijl ze haar nagels lakte.
Beneden klonk de deurbel.
‘Pizza’ zei Lulu.
‘Altijd tonno’ zei Mimi.