Ze durfde best te leven.
26-06-2013
David was er nog steeds niet. De glazen wijn die Lena twee uur eerder had ingeschonken waren in de gootsteen omgekeerd en het schaaltje olijfjes had ze afgedekt met folie en in de koelkast gezet. Hij zou wel een bekende zijn tegengekomen of zoiets, bedacht ze.
Ze masseerde haar slapen. Morgen had ze een functioneringsgesprek op haar werk, ze was nerveus hoewel ze wist dat ze zich geen zorgen hoefde te maken. Bovendien hadden ze net een workshop gehad op het werk, NLP, Neurolinguistic Programming. Krijgen wat je wilt, door de juiste woorden. Zelf de baas zijn over je gesprekken. Bij David werkten de technieken niet.
De sleutel in het slot. Daar zou je hem hebben.
‘Dag liefste’ Zei hij.
‘Wat was je aan het doen?’
‘Even lopen.’
‘Flink stuk zeker?’
‘Ja.’
Ze stond op. ‘Ik spring onder de douche, mijn schouders zitten weer helemaal vast. Zo aflevering Borgen kijken?’
‘Okee.’
Ze liep naar de badkamer. Waarom had hij geen excuses gemaakt? En had hij gevraagd hoe haar dag was? Had zij eigenlijk gevraagd hoe zijn dag was? Nee, maar dat was omdat dat de soort vragen waren die hij niet kon beantwoorden. Hij doolde maar wat rond, at een broodje, zette wat koffie, zoiets. Mensen reageerden altijd enthousiast als ze vertelde dat haar vriend kunstenaar was, maar van de donkerte had niemand een idee. Van de muziek die ‘s nachts aan stond, van een man die tot drie uur ’s middags in bed lag, van een man die ontbeet met een biertje en die in de tuin wilde staan in de regen, evenmin. Zou ze zometeen haar gesprek oefenen met hem? Dat scheen de beste voorbereiding te zijn, oefenen met je partner. Maar dat hing dan wel van je partner af. Toen ze bij het bedrijf was aangenomen kon hij maar niet ophouden te vertellen hoe ongelofelijk hij het vond dat zij zich 36 uur per week in een kantoorgebouw liet opsluiten. ‘Durf te leven’ riep hij dan. Ze durfde best te leven. Morgen moest ze ook even nieuwe conditioner kopen. Bij welke aflevering waren ze ook alweer gebleven?
Met zijn badjas aan kwam ze de kamer weer binnen. Haar haren waren in een handdoek gewikkeld die ze op haar hoofd droeg.
‘Weet jij nog welke aflevering?’ Zei ze terwijl ze water in de waterkoker deed.
‘Nee.’ David masseerde zijn slapen. Bij welke aflevering waren ze gebleven? Bij welke aflevering? Hij verlangde naar dronken worden, in een kroeggevecht belanden, cocaïne snuiven van de buik van een Russisch hoertje.
‘Hoe was je dag?’ Ze zette de theepot op tafel. De mokken pasten erbij.
‘Wel goed, het wordt weer kouder. Die van jou?’
‘Gewoon.’
Ze waren bij aflevering acht, het was spannend. Ze keken ook naar negen.
‘Ik ga naar bed’ zei Lena toen, ‘morgen vroeg op.’
‘Ik kom zo.’ Zei David.
Het was half vier toen ze zijn armen om zich heen voelde. In de morgen stond ze zachtjes op. Vanmiddag zou ze naar zijn atelier komen. Ze had er speciaal de hele middag vrij voor genomen. Maar eerst het gesprek.
–
Het gesprek verliep zoals ze had gehoopt. Zaken gingen goed, ze functioneerde goed en mocht haar nieuwe competentie-speerpunten mailen. Het was een modern bedrijf waar ze werkte, een bedrijf met oog voor haar werknemers, dat stond ook in de vacaturetekst. Lena gaf net een hand ter afscheid toen de chef zei:
En thuis ook alles goed?
‘Jaja, zo zijn gangetje, had ze gezegd.
In de lift herhaalde ze de woorden. Thuis ook alles goed. Thuis ook alles goed.
Haar hart bonsde in haar keel terwijl ze de woorden opnieuw proefde.
Goed alles ook thuis. Ook alles thuis goed. Goed thuis alles ook. Thuis. Alles. Ook. Goed.
De woorden aten haar op. Ze had nergens verstand van. Alles goed. Ook thuis.
–
Het was half een. David werd wakker. Hij rekte zich uit en streelde over zijn buik. Zachter dan eerst. Samenwonen, daar werd je lijf zachter van. Maar je geest niet. Straks zou ze het werk gaan zien. Hij dronk koffie en fietste naar zijn atelier.
Het was koud in het atelier, maar voor David maakte dat niet uit. Het was zijn bunker, weg van de mensen, weg van wereld. De ruimte zat in een leegstaande loods en had geen ramen. De muren waren wit geschilderd en de vloer was van beton. Langs de wanden lagen stapels hout, kranten, gescheurde papieren, oude verfpaletten en allerlei gereedschap.
Eindelijk kwam ze kijken naar zijn laatste creatie, een installatie die hij had gemaakt in opdracht van de stichting ‘Week van de Romantiek.’
De romantiek had een stichting gekregen en een week. Eerst had David er niet aan mee willen werken, maar spannende boeken en kanker hadden ook een eigen week, en romantiek had ook de nodige impact op mensenlevens, dus had hij toch maar besloten de opdracht aan te nemen. Het was ook een goedbetaalde klus, daarmee kon hij Lena wat ontlasten. Zij had de afgelopen drie maanden de huur in haar eentje opgebracht. Morgen zou de stichting het werk komen ophalen. ‘Voel je vrij’ hadden ze gezegd. Dat had hij zoveel mogelijk willen uiten in het werk, het gevoel van vrijheid in de romantiek. Lena zou er waarschijnlijk weinig van begrijpen. Ze wist weinig van vrijheid en kon niet wachten tot hij een ring om haar vinger zou schuiven. Dat vond zij dan weer romantisch.
Ongeduldig liep hij heen en weer door de ruimte. De tl-buizen maakten een zoemend geluid en zijn voetstappen klonken hol. Toen klonk vanuit de verte achtereenvolgens het geluid van een auto, een dichtslaand portier en van hoge hakken. David snelde naar de deur om Lena binnen te laten. Ze droeg haar dure trenchcoat en haar haren waren opgestoken. ‘Nou’ zei ze, ‘ik ben benieuwd.’
‘Wacht’ zei hij. ‘Blijf staan, dan doe ik eerst het licht uit en dan weer aan. Dan is het meer een verassing, anders zie je het gelijk.’ Ze knikte. Toen het licht uit was, pakte David haar bij de hand en leidde hij haar naar het kunstwerk. ‘Ben je er klaar voor?’ Het licht ging weer aan.
In het midden van de kamer stond een lange houten tafel met daarop een naakte etalagepop. Het was een kale slanke vrouw met grote borsten, een smalle taille en onvoorstelbaar lange benen. Ze lag languit en keek naar het plafond. Aan het hoofd van de tafel stond een andere etalagepop. Een mannenpop, in speedo gehuld, met aan zijn voeten zwemflippers en op zijn hoofd een snorkel en duikbril. In zijn hand hield de mannenpop een grote kettingzaag die net boven de hals van de vrouwenpop rustte.
Tevreden keek David naar het stilleven. Lena zei niks. ‘Kom schatje’ zei David toen. ‘Je moet hem nog wel even aandoen.’ Hij begeleidde Lena naar het paaltje met de grote rode knop erbovenop. ‘Geef maar een tik op de knop.’ Met tegenzin duwde ze de knop in. Frank Sinatra’s Strangers in the Night galmde in de ruimte terwijl de armen van de etalagepop met de kettingzaag naar beneden zakten. De hals van de vrouwenpop werd geraakt, uit haar ogen, borsten en knieen spoten straaltjes rode verf. Lena ving het deels op met haar jas.
‘En wat vind je ervan?’ Zei David met glanzende ogen. ‘Ik ben er echt heel tevreden over.’
‘Kan de verf uit mijn jas?’ Zei Lena met bevende stem.
‘Ik denk het wel. Maar wat vind je er nou van? Ik heb hier maanden aan gewerkt en dit is je reactie? Vlekjes in je jas?’
‘Je had me wel even mogen waarschuwen. En wat ik van dit werk vind? Wat denk je nou zelf, mijn vriend mag een werk maken voor de week van de romantiek, en dit is het?’
‘Ja, dit is het, ja.’
‘Ik vind het niet zo romantisch.’
‘Ik mocht alle vrijheid nemen die ik wilde, hadden ze gezegd. Dit is mijn persoonlijke interpretatie van romantiek.’
‘Maar ik ben toch je geliefde, waarom kom ik niet voor in je werk?’
‘Hoezo kom je er niet in voor? Dit werk gaat ook over jou, over ons. Het gaat over alle liefdes, over alle stellen.’
‘Ik zie een naakte vrouw die vermoord wordt’ Zei Lena. Haar stem trilde.
David lachte. ‘Schatje, je kijkt niet goed. De vrouw is niet vastgebonden ofzo, ze wil graag dat hij haar vermoordt. Hij ziet haar ook liever leven, maar doet dit uit liefde. Daarom is de muziek ook zo romantisch. ‘Lovers at first sight, in love forever. It turned out so right for strangers in the night’ Prachtig toch! Zoals bij ons!
‘Wij kenden elkaar al via Marijn, weet je nog? Wij waren nooit strangers in the night.’
Ze bedacht zich.
‘Of eigenlijk- we zijn altijd strangers gebleven.’ Ze keek naar haar voeten.
David bekeek de kettingzaag nauwkeurig en zei: ‘Sorry Lena, maar het gaat nu even niet over jou, het zou leuk zijn als je me kon steunen hier.’
Een traan rolde over haar wang. Langzaam liep ze naar de deur.
David keek haar na en drukte nogmaals op de rode knop.