Overzicht alle verhalen

Tags Alfabetisch Nieuwste

3 verhalen voor tag: eten

Vriendschap

04-04-2016

Ach, je weet hoe het gaat..

Ach, je weet hoe het gaat..

/ /

04-04-2016

Lia zat in het café te wachten op Mieke. Eigenlijk spraken ze nooit af met z’n twee. Ze kenden elkaar via hun mannen die al vrienden waren sinds de middelbare school. Ze kenden elkaar van de vriendengroep die uit vijf stellen bestond. Zo’n groep die samenkwam met oud en nieuw en samen ging wintersporten. Je zou dus kunnen zeggen dat ze elkaar goed kenden, maar dat was niet waar. Lia wist vooral van alle successen uit het leven van Mieke. Ze wist van alle carrièrestappen die ze had genomen, ze wist van de zoektocht naar de perfecte woning die ze nu hadden gevonden. Met de aanschaf van de nieuwe woning waren er ook een hoop nieuwe gespreksonderwerpen gekomen. Vloeren, aannemers, tuinontwerpers, gordijnen, stoomovens, internetproviders, de lijst leek onuitputtelijk.

Toch voelde Lia zich een beetje nerveus tijdens het wachten op Mieke. Er was namelijk iets waar ze haar vinger niet op kon leggen. Er was iets aan het contact met Mieke, iets wat Lia altijd deprimeerde. Mieke sprak altijd met een stralende lach op haar gezicht, een lach waarmee ze elk mannenhart kon veroveren. Dit maakte dan ook dat de vriend van Lia geen idee had wat Lia’s bezwaar was tegen Mieke, wanneer ze erover begon.

De laatste keer was het zo gegaan: ‘Er is iets waardoor ik me altijd een beetje rot voel, na een gesprek met Mieke,’ zei Lia in de badkamer, terwijl Marc zich aan het scheren was. ‘Iets geeft me het gevoel dat ik een sukkel ben en dat zij supersuccesvol is in alles.’ Marc zuchtte. ‘Wat is dat toch met jou? Mieke is echt een topwijf, als je het mij vraagt.’ ‘Er is iets, echt, en ik ben niet de enige, ik had het erover met Fenna en zij heeft het ook..’ ‘Jullie vrouwen zijn echt vreselijk. Lekker roddelen met elkaar en wanneer jullie haar dan weer zien, poeslief doen. Ik ben blij dat ik geen vrouw ben.’ zei Marc. ‘Nee, het is echt niet roddelen, het is gewoon zo dat ze je op heel slimme manier het gevoel weet te geven dat…’ ‘Weet je wat je doet,’ onderbrak Marc haar, ‘Je gaat gewoon eens met haar lunchen ofzo. Dan zul je zien dat het echt zo erg niet is. Kun je gelijk dat nieuwe tentje bij de waag eens proberen.’ Lia hoorde aan zijn stem dat het geen suggestie was, maar een dringend verzoek. Ze stuurde een appje naar Mieke die natuurlijk onmiddellijk heel erg aardig reageerde.

Lia had een nieuwe jurk aangetrokken omdat ze zich altijd zo underdressed voelde vergeleken met Mieke.

Ze speelde wat met suikerzakjes die in het bakje op tafel stonden. Toen klonk het getik van hoge hakken op de tegelvloer van het café dat het uiterlijk van een Franse brasserie had. Mieke droeg een lange trenchcoat, had haar haren op een wilde manier opgestoken en droeg een witte blouse met een jeans die haar lange slanke benen accentueerde. Aan haar arm bungelde een handtas die ruim 800 euro had gekost, wist Lia van Fenna die ook in de vriendengroep zat.

‘Lia, wat een leuk idee!’ riep Mieke halverwege de zaak. Ze zette de tas op een stoel en gaf een stevige omhelzing, alsof ze hele goede vriendinnen waren of alsof ze elkaar al jaren niet meer hadden gezien. Dat was allemaal niet waar, maar Lia wist niet anders te bedenken dan maar mee te gaan in het theater.

Ze spraken wat over de locatie en bestelden toen bij de serveerster die verkleed was als Frans kamermeisje. ‘Ik wil wel een verse jus en de groene salade met makreel,’ zei Lia. ‘Wil je daar brood bij?’ vroeg het meisje. ‘Nee, dankje,’ zei Lia, die een stuk steviger was dan Mieke en zich niet comfortabel voelde wanneer ze teveel zou eten in het bijzijn van Mieke. ‘Voor mij ook een verse jus, en de croque monsieur,’ zei Mieke. ‘Wilt u daar een gebakken ei op?’ vroeg de serveerster. ‘Ja, graag,’ zei Mieke.

‘Leuke jurk heb je aan,’ zei Mieke toen de serveerster weg was.

‘Dankje,’ zei Lia.

‘Het staat je echt mooi, deze kleur. Veel beter dan toen je zoveel pastels droeg, dat maakte zo flets. Dit is echt jouw kleur.’

‘Dankje,’ zei Lia weer, ‘hoe gaat het met het huis?’

‘Ach, je weet hoe het gaat, als ik ergens aan begin, zie ik het helemaal voor me, en dan heeft Stijn het niet makkelijk..’

Lia dacht aan de vriendelijke, knappe man die met Mieke getrouwd was. Alles wat ze maar wilde, hij zou het voor haar doen. Hij was liefdevol en geduldig, ook toen Mieke halverwege de verbouwing een gesloopt muurtje opnieuw liet bouwen omdat dat toch mooier was.

‘..maar het is nu dus echt bijna klaar. Precies zoals ik het in mijn hoofd had. En volgende week gaan we drie weken naar Thailand, om even bij te komen.’

‘Fijn,’ zei Lia begripvol.

‘Ja, we gaan gewoon lekker rondreizen, niks geboekt, behalve de eerste nacht en de laatste drie, dan zitten we in een soort drijvend hotel, misschien heb je het wel gezien in dat bbc programma, ‘The most amazing hotels on the planet.’

‘Nee, niet gezien.’

‘Moet je echt kijken, Stijn en ik zijn er verslaafd aan. En het is ook zo fijn om lekker samen op pad te gaan. Je vindt elkaar weer opnieuw uit. Misschien ook wel goed voor jou en Marc.’

‘Denk je?’

‘Het is goed voor elk stel, echt waar.’

Het eten werd neergezet. Lia keek met jaloerse ogen naar het bord van Mieke, die zei: ‘Soms moet ik gewoon zoiets eten, om een beetje op gewicht te blijven. Als ik niet oplet, vergeet ik gewoon te eten.’

‘Nou, daar heb ik geen last van,’ zei Lia, ‘ik vergeet genoeg in mijn leven, maar eten is niet één van die dingen, ik krijg gewoon trek rond lunchtijd.’

‘Dat dacht ik al,’ zei Mieke.

Na het eten bestelden ze nog een kopje koffie. Mieke had zich even geëxcuseerd toen haar telefoon ging. Ze stond buiten te bellen. Lia keek naar beneden, naar de jurk die ze ineens niet meer mooi vond, naar haar nagels die vierkant waren en niet zo mooi gevijld als die van Mieke. De koffie werd neergezet met een bordje met vier petit-fours erop. Er waren twee lichtgele, eentje in het roze en een witte. Erbovenop kleine bloemen van marsepein. Het waren kunstwerkjes, vakkundig gemaakt door de patissier die uit Parijs was ingevlogen.

Lia keek naar buiten en zag dat Mieke nog midden in haar telefoongesprek leek te zitten. Zonder na te denken nam ze een geel petit fourtje en stak hem in haar mond. Het smaakte zacht, zoet, met luchtige cake en fluwelen room vanbinnen. Ze keek weer naar Mieke die nog steeds druk aan het praten was. Nu nam ze ook het roze taartje, weer in één grote, gulzige hap. ‘De andere zijn voor Mieke,’ mompelde Lia. Ze keek weer naar buiten waar ze zag hoe Mieke niet langer aan het bellen was, maar een andere mooie vrouw omhelsde.

Ook het witte taartje verdween. Kort daarna de laatste gele. Lia zette het lege bordje in de vensterbank.

Mieke kwam weer binnen.

‘Sorry hoor,’ zei ze, ‘eigenlijk heb ik helemaal nergens tijd voor, de zaken gaan zo goed. Maar dan vind ik het veel te leuk om even buiten de deur te lunchen. Bij jouw werk kun je vast veel langer gemist worden.’

Lia wilde iets terugzeggen, maar in plaats daarvan knikte ze weemoedig. Ze voelde hoe het suikergoed met de makreel mengde in haar maag. Het was niet best.

Mieke dronk haar koffie met grote slokken en stond toen op. Ze omhelsde Lia weer innig. ‘Sorry, maar ik moet er echt vandoor nu. Super om je even te zien!’

De hele rekening bleek al te zijn betaald toen Lia bij de bar kwam. Bij thuiskomst zat Marc een computerspel te spelen op de bank. ‘Hoe was het?’ vroeg hij met zijn ogen op het scherm gefixeerd. ‘Gezellig,’ zei Lia. ‘Zie je nou wel,’ zei hij.

Vraagje

12-11-2014

Genoeg was het nooit en zou het ook nooit worden.

Genoeg was het nooit en zou het ook nooit worden.

/ /

12-11-2014

‘Hoe was je dag?’ Ze vraag het zo opgewekt mogelijk, ook al staat zijn gezicht op onweer.

‘Gaan we dit gesprek voeren? Je weet toch dat ik niet aan middelmatigheid doe. Wat moet ik met zo’n vraag?’

Hij schenkt zichzelf een whisky in.

‘Ik ga koken.’

‘Prima.’

Ze verwarmt de borden voor, legt het damasten tafelkleed op de tafel. De zilveren kandelaar van haar oma gaat ook op tafel, net als de kristallen wijnglazen. Ze kookt met de grootst mogelijke aandacht. Eerst een eitje met truffel, dan een velouté met aspergepunten, kreeft als hoofdgerecht en als afsluiter is er nog kaas. Hans houdt niet van zoet. Zij houdt wel van zoet, maar om nog eens in haar eentje, onder zijn afkeurende blik een huigemaakte apple crumble naar binnen te werken, ze heeft er geen zin meer in.

Aan niks ontbreekt het hen hier, in het grote huis. Kookeiland, regendouche, in elke ruimte een haard, deuren met glas-in-lood, marmeren schouwen, oude plafondlijsten, ligbaden op pootjes en nog meer dingen waar ze zo verliefd op werd toen ze verliefd werd op haar echtgenoot. Of was het andersom gegaan? Ze wist het niet meer en eigenlijk maakte het ook niet meer uit. Ze was hier in dit huis, een mevrouw geworden.

Alles van vroeger was voorbij, zelfs haar naam werd niet meer gebruikt. Van Maggie naar Magalie. Haar familie kwam alleen als hij er niet was, dat gebeurde tamelijk vaak, haar echtgenoot was een man van de wereld. Zij was geen vrouw van de wereld, zij was van dit domein, en elke keer wanneer ze elkaar zagen voelde ze zijn ogen prikken, zijn verveling. Ze was in topconditie, het huis was prachtig, het eten perfect. Maar genoeg was het nooit en zou het ook nooit worden. ‘Tevredenheid is middelmaat en middelmaat is het einde van alles’ zei haar man.

Hij ging aan tafel zitten, en zij tegenover hem. Het haardvuur knapperde achter hen. Ze haalden synchroon hun servetten uit hun zilveren servetringen met hun initialen erin, en legden het servet op schoot. Zwijgend aten ze de eerste twee gangen. Ze wilde graag een gesprek met hem voeren, maar was tegelijkertijd bang dat ze weer zou laten blijken dat ze toch meer Maggie was dan Magalie, toch minder extra, toch meer ordinair. Een interessante vraag had ze tijdens het koken bedacht en nu, bij de kaas, had ze de moed om hem te stellen. Ze haalde diep adem en vroeg haar echtgenoot:

‘Ben je weleens eenzaam?’

Haar man leek niet verbaasd te zijn over deze vraag, hij leek de vraag te verwachten of ten minste vele malen eerder te hebben beantwoord. Hij depte zijn mondhoeken met zijn servet en begon toen:

‘Eenzaam? Natuurlijk. Iedereen is eenzaam. Wat denk jij nou? Alleen worden we geboren en alleen gaan we dood. Alles ertussenin proberen we te vullen met zoveel mogelijk dingen, om de tijd te doden, zo comfortabel mogelijk, het liefst.’ Haar man gebaarde om zich heen. ‘Comfort, daar draait het om in deze wachtkamer van de dood. Daar zitten wij nu in. Maar wel met een degelijke vloerverwarming tijdens het wachten. Wist je dat je, als je goed luistert, de tijd kunt horen wegglippen?’

Hij sloot zijn ogen. ‘Hoor je wel?’

Ze hoorde niks.

‘Liefste, ik wilde alleen maar weten of je wel eens eenzaam bent geweest…’

Met een zucht opende hij zijn ogen weer.

‘Eenzaamheid zei je? Eenzaam zijn we allemaal. Wie weet nu werkelijk wat de ander denkt? Wie weet nu werkelijk wat hij zelf denkt? Jij niet hoor, ik evenmin. Om terug te komen op je vraag: Ja, ik ben eenzaam. En jij ook. Dat zijn we elke dag. Daarmee is jouw vraag die je me net stelde, in essentie gelijk aan de vraag hoe mijn dag was. En je weet wat ik daarvan vind.’

‘Ik weet wat je daarvan vindt,’ zei ze gedwee.

‘Dan ga ik nu even naar de voorkamer, breng je me zo een espresso?’

Ze knikte en hij stond op.

Quinoa

29-05-2014

Een goeie plek om in je eentje te eten.

Een goeie plek om in je eentje te eten.

29-05-2014

Het aantal uren in een dag is altijd gelijk, maar toch lijkt de tijd mij dagelijks in te halen. Ik zit in de stromende regen op de fiets en bedenk dat ik het nooit ga halen om thuis te koken voor de volgende afspraak. Mijn lichaam is een tempel, dat heb ik vandaag nog gelezen in een blad voor ‘de bezige stadsvrouw die wil leven in het nu’. Druipend van de regen stap ik de zaak binnen. Ik zeg ‘de zaak’ omdat het niet helemaal duidelijk is wat voor plek het eigenlijk is, op het raam staat in witte letters ‘Concept Store’. Het concept is dat alles heel duur is, Engelse namen heeft en er heel mooi uit ziet, maar niet te mooi: een beetje houtje-touwtje mooi. Dus met zogenaamd handgeschreven bordjes en houten kratten waar de producten in zitten. Je kunt hier repen chocolade kopen met gedroogde sprinkhaan erin, pakjes Japans vlees van koeien die alleen maar bier drinken en elke dag gemasseerd worden, sjaals van ecologisch katoen en mooie opschrijfboekjes. Ook is er een gedeelte interieurwinkel met grote metalen lampen, allerlei blikken trommels, en heel veel houten meubels waarvan de verf is afgebladderd. Dat hoort zo.

Daarachter zit het ‘work&eat’ gedeelte. Een goeie plek om in je eentje te eten, snel en gezond. Je betaalt wel 12 euro voor een kommetje linzen met spinazie, waarna je nog steeds hongerig bent, maar je bent in elk geval op een plek waar het gebeurt. Hier zitten de mensen die zich de creatieven noemen, hier zitten de mensen die niet meegaan in de maalstroom van de burgers. Geen vaste banen, werkplekken of suf geouwehoer bij het koffie-apparaat. Ik kijk om me heen, alle mensen zijn mooi, maar net als de meubels, opzettelijk een beetje lelijk. Gekke knotjes, grote brillen, woeste baarden, ouderwetse truien. Maar wel alleen maar mooie apparatuur, vet haar is één ding, maar een langzame computer is om gek van te worden.

Ik ga aan een wiebelig tafeltje in de hoek zitten. Het is rustig in de zaak, hier en daar zitten wat mensen achter hun laptops verscholen, uit de speakers klinkt Berlijnse fado-muziek. Het barmeisje is druk bezig met haar telefoon, maar na een kwartier komt ze mijn bestelling opnemen. Ik neem een verse gemberthee en de quinoasalade met halloumi. Dat wordt weer een week havermout aangelengd met water als ontbijt, reken ik in mijn hoofd uit.

Aan het tafeltje naast me is een Ken-achtige verschijning gaan zitten. Hij is lang, heeft brede kaken, een volle bos bruin haar, rechte witte tanden en een heel glad gezicht. Dat gladde gezicht is een zeldzaamheid hier, maar door de streepjestrui die hij draagt, weet iedereen: ook hij heeft het begrepen. Hij voelt mijn ogen, want ineens kijkt hij me aan en zegt hij: ‘Heb jij toevallig een Iphone oplader bij je?’ ‘Nee,’ zeg ik, ‘ik heb een Samsung, maar er is vast wel iemand met een Iphone hier.’ Hij haalt zijn schouders op. ‘Ach, laat maar, ook wel rustig zonder telefoon.’ Met een verveeld gebaar legt hij zijn telefoon op de hoek van zijn tafeltje en pakt hij de menukaart.

Het eten wordt voor me neergezet, de keuken werkt kennelijk sneller dan de bar, want mijn thee ‘komt er zo aan’. Ik begin aan de salade, mijn lichaam is een tempel, ik probeer te voelen wat het allemaal voor goeds doet in mijn lijf. Ook dat stond in het blad voor de bezige stadsvrouw die wil leven in het nu.

De jongen kijkt vol misprijzen naar mijn bord.

 

‘Weet je wel wat je nu aan het doen bent?’

 

Hij wacht niet op een antwoord. ‘De boeren in Zuid-Amerika die dat al vijfhonderd jaar verbouwen hebben nu geen geld meer om het te eten, omdat het te duur is geworden door mensen zoals jij.’

‘Nou, ik denk dat deze plek het wel fairtrade..’ begin ik, maar hij valt me in de rede. ‘Staat dat ergens, op het menu of op een bordje ergens? Als het nergens staat, kun je daar niet vanuit gaan. Lekker makkelijk om dat wel te doen.’

‘Sorry, vind je het heel erg om me gewoon te laten eten? Ik geef 12 euro uit aan kommetje salade en ik had niet gevraagd om een bijgerecht van bemoeizucht.’

Zuchtend pakt hij zijn telefoon van tafel en houdt hem tegen zijn oor. ‘Dag moppie, hoe gaat het met je?’ Hij is even stil. ‘Natuurlijk wil ik dat voor je doen, moppie, geen probleem moppie.’ Hij is weer even stil, doet of hij aan het luisteren is. Hij kijkt schalks mijn richting uit. ‘Ik moet gaan, zie je straks, jij lekker ding.’ Hij legt de telefoon weer op tafel. ‘Mijn vriendin,’ zegt hij, ‘ze is topmodel, daarom zien we elkaar maar weinig, maar als we elkaar zien is het echt vuurwerk, als je begrijpt wat ik bedoel.’

‘Je telefoon was toch leeg? Volgens mij zat je gewoon nep te bellen.’ Ik schraap de laatste restjes quinoa op mijn lepel en eet het op. ‘Geeft niet hoor, ik hou wel van een beetje theater,’ zeg ik. De thee wordt nu pas neergezet, na het eten, maar dat scheelt dan weer een koffie.

‘Je weet helemaal niks van mij’ zegt de jongen nu. ‘Weet je wel wat voor toffe dingen ik allemaal doe?’ Ik haal mijn schouders op. ‘Nee.’ ‘Nou, superveel toffe dingen en ik organiseer feesten waar jij niet eens binnen zou mogen komen. Feesten waarvan je niet eens weet dat ze bestaan.’ ‘Zeker met je vriendinnetje en de Zuid-Amerikaanse boeren?’

‘Doe die fair soja skinny cinnamon sugarfree chai maar to go,’ zegt hij tegen het meisje achter de bar.

Hij went zich nu tot mij. ‘Je begrijpt er echt niks van.’

‘Klopt.’ zegt ik.