Overzicht alle verhalen

Tags Alfabetisch Nieuwste

3 verhalen voor tag: borrel

Mening

26-03-2015

vrouwen die zichzelf wilden verbeteren

vrouwen die zichzelf wilden verbeteren

/ / /

26-03-2015

De staantafels waren netjes bekleed met donkerrode tafelkleden. Op elke tafel stond een glaasje met nootjes en een klein kaarsje. Het was maximaal gezellig gemaakt, maar eigenlijk was er geen kruid opgewassen tegen de typische kantoorbedomptheid die in deze ruimte heerste. Het paste wel uitstekend bij de situatie- een netwerkmoment na de korte workshop ‘effectief communiceren’ die de deelnemers voor een kleine vijfhonderd euro hadden gevolgd.

Een vrouw van begin dertig stond aan een tafeltje. Ze zag er succesvol uit, dat wil zeggen: tamelijk aantrekkelijk en een beetje onaardig. Een man in pak kwam bij haar staan. Hij had een volle bos krullen op zijn hoofd en een zelfvoldane glimlach op zijn gezicht. Voor hem waren dit soort workshops een gelegenheid om nieuwe vrouwen op te duikelen. Vrouwen met ambitie, vrouwen die zichzelf wilden verbeteren. Daar hield hij wel van. De diamantjes zaten in de workshops over communiceren. Veel over niks.

‘Waar werk jij?’ vroeg de vrouw aan hem.

Hij wachtte even met antwoorden. Zo leek hij interessanter, dat had hij jaren geleden ergens gelezen en het leek echt echt te werken.

‘Ik? Nou, het is een beetje geheim eigenlijk.’ Hij probeerde zijn intense blik op haar uit. Het leek maar weinig effect te hebben, want ze zei: ‘Ach, je hoeft het niet te zeggen hoor.’ Ze namen allebei een slok, zij van haar witte wijn, hij van zijn biertje.

Ze zuchtte. Zou hij nog gaan vragen wat zij voor werk deed? Dat was de hele reden van haar vraag. Zodat ze kon vertellen over haar werk, haar successen, haar slimmigheidjes, haar logo, haar website, de opstartfase, het onverwachtse succes (voor de buitenwereld dan, zijzelf geloofde vanaf de eerste minuut in haar product. Uiteraard.)

Hij keek om zich heen. Wat was dit nou voor rare toestand? Hij wilde juist dat ze zou aandringen, dat ze per se wilde weten wat voor belangrijke baan hij wel niet had. Niet dat ze het zo snel zou laten gaan.

Er kwam nog een vrouw aangelopen. In haar ene hand een glas rode wijn, in haar andere hand een hapje dat net was uitgedeeld. Iets met bladerdeeg, mayonaise en garnaal. Maar vooral iets van ongemakkelijk formaat. Het kon niet in stukjes worden gesneden of afgebeten, want dan viel het uitelkaar. Het paste wel in één keer in je mond, maar dan werd het meer een kwestie van de boel binnenboord houden in plaats van rustig de smaken proeven of enigzins charmant een hapje eten.

‘Wat een onhandig hapje,’ zei ze terwijl ze haar grote handtas op de grond neerzette. De andere vrouw glimlachte zonder begrip uit te drukken. De man zag zijn kans schoon en zei:

‘Dat is nou precies mijn vak!’

‘Te grote hapjes maken? Ben je cateraar?’ Vroeg de succesvolle vrouw met een opgeheven wenkbrauw.

De andere vrouw zei niks, ze was druk met een servetje voor haar mond het hapje binnenboord te houden. Nu maar hopen dat het decoratieve plukje dille niet tussen haar tanden was terechtgekomen.

‘Cateraar? Ik? Ha! Nee!’ zei de man. ‘Nee, maar ze zei nog iets,’ hij gebaarde naar de vrouw van het hapje dat ze het moest herhalen, ‘wat zei je nou over het hapje?’

De vrouw keek hem onzeker aan, ‘ehm, dat ze onhandig zijn?’

‘Precies! Je gaf een waardeoordeel, oftewel een mening. En dat is waar ik in doe. Meningen.’

‘Meningen?’

‘Ja, toch een vitale en drijvende kracht achter alles.’

De vrouw van het hapje probeerde subtiel met haar tong haar tanden af te gaan, op zoek naar dat stukje dille. Het zou de eerste keer niet zijn.

De succesvolle vrouw wilde over haar werk vertellen en vroeg zich af hoe ze hier nou subtiel over kon beginnen. Maar de man leek niet van plan zijn verhaal te laten kapen.

‘…dus dan komen ze bij mij. Je vraagt je misschien af wie?’

Niemand vroeg zich af wie, maar dat kon de man niet deren.

‘….nou, dat is dus heel breed. Van CEO’s tot politici, tot BN’ners en columnisten natuurlijk. Je vraagt je nu vast af: met wat voor vragen komen ze dan bij mij?’

Niemand vroeg zich dat af, maar dat kon de man niet deren.

‘Je bent wat je vindt, dat is mijn adagium! En het is waar- door het één te verkiezen boven het ander, zeg je eigenlijk: dit ben ik. Daar gaat het uiteindelijk om.’ Hij nam een slok bier.

‘Maarre, is het niet zo dat mensen zelf bedenken wat ze vinden?’ vroeg de vrouw van het hapje voorzichtig.

De man gooide zijn hoofd in zijn nek en liet een bulderende onoprechte lach klinken. ‘Ha nee, natuurlijk niet. Denk je nou echt dat al die politieke partijen echt zoveel meningen hebben? Welnee, ze zijn allang blij dat er een of andere halve zool naar ze wil kijken of luisteren. Als ze dan ook nog na moeten denken waarover ze een mening hebben, nou dan zouden ze helemaal geen tijd meer hebben.’

‘Goh,’ zei de vrouw die nu zeker was dat er geen dille tussen haar tanden zat, maar zich wel afvroeg of ze geen blauwe tanden had van de wijn. Wat een hekel had ze toch aan dit soort dingen.

‘Wat een reuze interessant verhaal,’ zei de andere vrouw die geen idee had van wat hij zojuist had verteld omdat ze met haar telefoon bezig was geweest. Hoe dan ook, hier was haar kapstokje om haar eigen verhaal aan op te hangen. ‘Nou, mijn bedrijf is toevallig ook echt ontstaan vanuit een behoefte die ik al zag- in tegenstelling tot vele anderen. Ik ben gespecialiseerd in…’

‘WACHT!’ riep de man nu ineens.

‘Wat is er?’ Vroeg de succesvolle vrouw geïrriteerd.

‘Ik voel een mening opkomen…’ Hij sloot zijn ogen en wreef stevig over zijn buik.

‘Het leven is te kort! Laten we het vieren en niet meer over werk praten. Leven moeten we, leven! Dat is mijn nieuwste mening!’

‘Goh,’ zei de ene vrouw weer.

‘Nou, om nog heel even terug te komen op mijn bedrijf…’ begon de succesvolle vrouw opnieuw.

‘Ik vind het niet leuk meer hier,’ zei de ene vrouw nu plompverloren. Ze pakte haar tas van de grond.

‘Een dijk van een mening noem ik dat!’ riep de man vol enthousiasme. ‘Een dijk van een mening!’

De succesvolle vrouw wenkte het meisje van de bediening. Ze nam twee hapjes van het dienblad. Voor elke wang een. Het was bijzonder oncomfortabel.

‘Had ik al gezegd dat je hele mooie ogen hebt?’ zei de man die nu pas weer haar kant opkeek.

Een brede glimlach gemaakt van gekauwde garnalen, dille en bladerdeeg viel hem ten deel. Gelukkig wist hij precies wat hij daarvan vond.

Herdenken

08-03-2013

Jonge mensen die niet ziek zijn gaan dood aan drugs.

Jonge mensen die niet ziek zijn gaan dood aan drugs.

/ /

08-03-2013

Het was al een tijd geleden dat ze elkaar hadden gezien, en nu was het moment gekomen om te meten wie het ergste had gefaald. Het zou een nek aan nek race worden, gezien de studie die ze deelden, gezien het economische klimaat waar ze in leefden, gezien hun leeftijden, gezien hun ambitieniveau’s. En ook het seizoen was niet om over naar huis te schrijven. Koud, grijs, guur, maar vooral venijnig tot op je botten. Schrale lippen, trekkende handen, traanogen, schilferhuid. Maandenlang leefden ze in het donker, alleen vooral. Deze avond kropen ze uit hun nesten, op naar het bruine café, met smerige wijn maar goed bier.

De aanleiding van het samenzijn. Een van hen was er tussenuit geknepen, deed er niet langer aan mee, dood.

‘Fijn dat je er bent’ zei de een. ‘Maar wat een verdrietige reden.’ Zei de ander. Daarna knikte iedereen en namen ze een slok. Gelukkig hadden ze elkaar al een tijd niet gezien en kon er gepraat worden rondom het thema ‘wat doe jij nu?’ En ja, wat deden ze nu eigenlijk? Ze deden klotebaantjes, voor minimunloon, schonken koffie, maakten kopietjes of verkochten spullen die de mensen niet nodig hadden. Ze keken nu al terug naar hun studietijd, zo kort geleden, een jaar bijna, maar ach, verzuchtten ze nu samen, ‘wat wisten we toen nou helemaal?’ Twee van de groep waren de uitzendkrachtendans ontsprongen en spendeerden hun dagen onder systeemplafonds in hoge glimmende gebouwen. Zij maakten vast praatjes bij de koffieautomaten (of zouden dat esspressobarretjes zijn in zulke gebouwen?) en netwerkten. Netwerken. Netwerken. Netwerken. Wat een hel. De uitzendkrachten keken glimlachend naar de twee carrièremakers en bekeken daarna hun eigen netwerk.

Werklozen, die netwerkten met werklozen. 

‘Zullen we het even over hem hebben, nu we toch samen zijn?’ vroeg het meisje met twee masterdiploma’s dat nu fulltime bij de Ikea werkte. De groep werd stil. Ja, daarvoor waren ze nu samen. Herdenken. Zoiets deden ze eigenlijk nooit. Ze hadden hun grootouders misschien wel begraven, zagen de dienst voor André Hazes op televisie, en moesten met dodenherdenking altijd stil zijn van hun ouders. Herdenken voor de tv. Herdenken, het leek ineens iets van vroeger. Ouderwets. Er was in hun leven geen tijd om te herdenken, of geen geduld maar misschien is dat wel hetzelfde.

Wat konden ze over hem zeggen. ‘Hij was wel echt een denker he.’ Zei de een.  ‘Ja, dat klopt, en zo ook zo goed voorbereid altijd op colleges.’ Ze keken in hun biertjes die dood waren. Ze wilden met iets meer komen, tot tranen roeren. Een YouTube filmpje kan verdomme tot tranen roeren. En hier zaten ze dan, helemaal stil. Ze hadden geen woorden, alles klonk leeg en arbitrair.

Gelukkig was daar de drukste van de groep. ‘Het was zo bizar om erachter te komen, zo via Facebook.’ Instemmend geknik en opluchting, het gesprek ging weer over henzelf. Het was weer vertrouwd, het was de categorie: ‘hoe heb jij het ervaren?’ ‘Waar was jij toen je het hoorde?’ en: ‘Hoe kwam jij erachter?’ Facebook. Het antwoord was meestal Facebook.

 

‘Ja, ik dacht, zo wat een bizarre grap, als die R.I.P.’s op zijn wall.’

‘Echt raar he. Zesentwintig en zomaar ineens dood.’ Geknik aan tafel.

 

Ze werden comfortabel met elkaar.

 

‘Ik dacht, het is vast drugs. Jonge mensen die niet ziek zijn gaan dood aan drugs.’

 

‘Ik dacht een ongeluk ofzo.’

 

 ‘Ik was vooral opgelucht dat hij het niet zelf had gedaan.’

 

‘Hoezo?’

 

‘Naja, ik wist niet wat er allemaal in hem omging, had toch gekund.’

 

‘Maar je bent blij dat hij het niet zelf heeft gedaan?’

 

‘Ja, tuurlijk, dat is toch het ergste dat je je kunt voorstellen?’

 

‘Is dat het ergste? Iemand die dood wil en dan dood gaat? Is dat erger dan iemand die niet dood wil en dood gaat?’

 

Ongemakkelijk geschuifel van voeten, een biertje viel om. Het hinderde niet, er zat nog maar weinig in. Het ongemak nestelde zich dieper in.

 

Een van de carrièremakers zette zijn glas op tafel. ‘Ik stap maar weer eens op, sommige mensen moeten werken morgen.’ Hij legde een tientje neer, veel teveel voor twee bier in een tent als deze, maar niemand bood aan te wisselen en hij verdween zo snel hij kon.

 

‘Iemand nog wat drinken?’

 

De vraag zweefde boven de borreltafel. Niemand hoefde nog wat drinken. Het zag ernaar uit dat deze avond ten einde was gelopen. Een onbevredigend einde, maar dat kwam wel vaker voor, wisten ze nu.

Wonen

19-02-2013

Het is te vroeg voor gunsten.

Het is te vroeg voor gunsten.

/ / /

19-02-2013

De deur gaat open. Een niet onknap meisje met blond haar staat in de deuropening. Ze zegt dat je verder mag komen, zij doet de rondleiding. Keuken, badkamer, gemeenschappelijke woonkamer, kamer van Frans, kamer van haarzelf, kamer van Edith- maar die is er even niet, kamer van Johan, kamer voor de nieuwe. Mocht de groepsstemming zo uitkomen, dan is dit jouw kamer. Weer een badkamer, logeerkamer, washok, balkon. Dan naar de keuken om de groep te ontmoeten.

 ‘Koffie, thee, limonade, wijn of iets sterkers?’

Alle antwoorden kunnen fout zijn, wat te drinken om half negen ‘s avonds? Geen zuiplap zijn- geen sterk, misschien bier, hoewel- van blikjes ga je altijd zo boeren. Wijn- moeten ze speciaal openmaken, het is te vroeg voor gunsten. Het koffieapparaat belooft niet veel goeds. Water is een beetje spartaans, seksloos misschien ook. Je wilt naar huis, corrigeert je gedachten, je wilt dít huis. Thee zul je drinken, uit een grote mok met een uitspraak van Loesje erop. Je nipt aan de thee terwijl ze zich één voor één aan je voorstellen. Namen, opleidingen, banen, hobbies en grappen die je onmiddellijk vergeet.

Nu is de beurt aan jou. Het theezakje is gebarsten in je mok, je hoopt dat er geen theeblaadjes tussen je tanden zitten. Niet aan denken, je mond beweegt snel, je ogen schieten heen en weer naar alle ogen die terugkijken. Vergeet niet te glimlachen. Vergeet niet de overeenkomsten te benadrukken. Theaterbezoek? Zeer zeker. Hardlopen? Ook dat. Echte keukenprinses. Biologisch. En klussen, ja heel graag. Leven in een smerig huis? Dat nooit. Bezoek? Zo nu en dan. Huisdieren? Nee, hoor, niet mee. Maar als ze komen: heel leuk. Muziekinstrumenten? Geen.

Glimlachende mensen aan tafel, ze zitten klaar met een scheutje venijn. Heb je een woongroepziel? Of zit je hier soms voor een goedkope woning? Hij maakt een grapje, zegt iemand anders. Ze lachen om het grapje.

Wat vind je van de sfeer van deze groep? Moeilijk te zeggen na een half uurtje. Zenuwachtige grijns. De thee is in elk geval lekker, lieg je. Gelach van de groep. De volgende kandidaat is er al bijna.

Heb je nog vragen? Natuurlijk heb je een vraag. Iets onbenulligs, een vraag die interesse toont, maar waaruit geenszins zou kunnen worden opgemaakt dat je een zeikerd bent. Dat ben je niet. Je mag de muren verven.

Zijn ze het haast vergeten- het financiële plaatje. Gaat het je een beetje voor de wind? Betaal je je rekeningen op tijd? Met gemak, geen probleem. Niet met teveel gemak? Ze noemen bruto -en nettobedragen, stichtingen, contractsoorten, huislijsten, verzekeringen, woningbouwverenigingen en abonnementen. Je knikt en probeert adequaat te kijken. Allemaal geen probleem. Je bent moe.

Ongelofelijk bedankt voor het langskomen, ze bellen je nog wel, ergens volgende week ofzo. Johan loopt mee naar de voordeur. Leuk dat je er was.