Overzicht alle verhalen

Tags Alfabetisch Nieuwste

1 verhaal voor tag: aardbeien

Solidair

13-05-2013

Duur in verhouding tot wat eigenlijk.

Duur in verhouding tot wat eigenlijk.

/ / /

13-05-2013

Ik kwam voor kiwi’s, maar dat mislukte. Als ik over een week of twee, drie heel veel zin in kiwi’s zou hebben, wist ik waar te gaan. Hetzelfde voor avocado’s, ze lagen te rijpen in de schappen. Toen viel mijn oog op de aanbieding van de week. Een emmer vol kleine tomaatjes, precies wat ik nodig had.

Daarna volgden een stuk kaas, een doos crackers en een zakje zure matjes. Ik heb veel geleerd over zure matjes. Zo heb je nooit een beetje trek in zure matjes. Zin in zure matjes komt met veel tegelijk. Zure matjes zijn genadeloos, ze maken je lippen stuk en doen zeer aan je keel. Zure matjes kunnen niet bevriezen. Zure matjes hebben de smaak van aardbeien, maar niet van echte aardbeien of van diepvriesaardbeien, aardbeienlimonade of aardbeienijs of ander aardbeiensnoep. Eigenlijk zijn ze best een beetje vies, maar daarover hoor je nooit iemand. Over het eten van zure matjes wordt sowieso maar weinig gepraat. Dat was vandaag niet anders.

 

‘Lekker zijn die tomaatjes he?’ Zei de man achter me in de rij.

 

‘Inderdaad.’

 

‘Maar wel duur in verhouding.’

 

Ik knikte. Duur, dacht ik, duur in verhouding. Duur in verhouding tot wat eigenlijk. Tot grote tomaten? Tot de groothandel? Tot mijn inkomen? En hoezo? Voor hem is het toch niet duur, ik koop ze zelf.

 

‘Eigenlijk zijn die zure matjes duurder.’  Zei ik.

 

‘Nou moppie, dat denk ik niet.’

 

De caissière scande mijn producten. De tomaatjes waren duurder.

 

‘Zie je wel?’

 

‘Maar uiteindelijk niet hoor, meneer.’

 

‘Hoezo?’

 

‘Nou, die tomaatjes zijn beter voor me dan de matjes. Als ik ziek word, dan draait iedereen daarvoor op, uiteindelijk dan. Beter dat ik de tomaatjes eet.’

 

Ik zuchtte, had geen idee waarom ik dit gesprek was begonnen. Gelukkig zei de man niks terug. Mijn boodschappen waren ingepakt, ik maakte aanstalten weg te lopen.

 

‘Wacht even,’ zei de man terwijl hij een doos negerzoenen of blankenpoepjes of gelijkheidsideaaltjes of hoe ze nu ook heten, in zijn tas stopte. De man was best wel dik, zag ik nu. 

 

‘Ik eet veel en ongezond. Ik sport niet. Ik rook en drink met overgave. Dat doe ik niet alleen voor mezelf. Nee, ik houd de gezondheidszorg betaalbaar. Dus als ik tegen jou zeg, duur die tomaatjes, dan bedoel ik ook: duur die tomaatjes.’

 

Ik knikte beduusd.

 

‘Wat sta je nou te kijken mop? Het is toch niks om somber van te worden? Weet je wat? Ik trakteer je op een saucijzenbroodje hiernaast.’

 

Weigeren was geen optie. Ik at het voor de maatschappij.