15-02-2013
Ze aten spaghetti omdat het woensdag was. Het was kwart over zes en vader was nog niet thuis, hij was te laat. Dat gebeurde de laatste tijd steeds vaker. ‘Zo’ zei moeder. ‘ We gaan gewoon aan tafel, je vader zal er zo zijn. Bovendien, we hebben hem helemaal niet nodig om te eten. Dat kunnen we best zelf. Was jullie handen en kom aan tafel, dan schep ik alvast op. Hij zal er zo zijn.’ De kinderen keken haar zwijgend aan. Ze wisten dat hij er niet zo zou zijn, maar spreken tijdens het eten was niet toegestaan. Onder de tafel schopte Boris, 8 jaar oud, zijn zus Lida, 10 jaar oud. Tranen sprongen in Lida’s ogen, maar ze gaf geen kik. Geen herrie tijdens het eten. Alleen het getik van de grote enge klok die van oma was geweest. Oma was nu dood en de klok was nu hier. ‘Een antiek erfstuk’ zeiden vader en moeder over die klok. Aan de zijkant hadden Boris en Lida stiekem hun namen in het hout gekerfd. Gewoon, uit verveling, omdat ze de klok niet mooi vonden en omdat ze nog nooit hun naam op iets antieks hadden gezet. Als vader en moeder daar achter zouden komen, zouden de kinderen een week geen tv mogen kijken.
Moeder schepte de spaghetti uit de pan, ze had daar een speciale tang voor gekregen met moederdag. Er was geen saus, maar er stonden plastic bakjes op tafel met blokjes ham en kaas. Ook was er een fles ketchup waarop in verschillende talen geschreven was dat er nu nog meer tomaten in zaten. Boris wilde vragen hoe het kon dat er nu meer tomaten in een fles zaten dan vroeger, maar hij was gisteren al van tafel gestuurd bij het avondeten en had nu wel zin in een warme maaltijd. Hij keek naar zijn zus die een hartje van ketchup op haar pasta maakte.
De klok tikte en Boris maakte een slurpgeluid bij het opzuigen van een sliertje spaghetti. Moeder keek niet op van haar bord maar gaf hem geroutineerd een klap op zijn achterhoofd.
Na de pasta kwam de vla. Ze mochten het niet zelf inschenken omdat ze altijd teveel namen. Vader schonk altijd de vla in, maar hij was nog steeds niet thuis. Op zijn plek stond een bord pasta af te koelen. Moeder at nooit vla, ze schonk het voor de kinderen in en bleef aan tafel zitten. Haar mond werd steeds kleiner, van een glimlachje, naar een streepje, naar een klein knopje.
‘Willen jullie nog even in de tuin spelen?’ vroeg ze ineens. Lida liet haar lepel vallen, zo erg schrok ze van de stem van haar moeder. Nog nooit had ze die tijdens het eten gehoord. Boris had zijn mond open en zijn laatste hap vla drupte in zijn kommetje. Ze kinkten allebei. Natuurlijk wilden ze wel even spelen in de tuin, na het avondeten- ook dat was nog nooit gebeurd.
‘Goed’ zei moeder terwijl ze de lege kommetjes op het aanrecht zette. ‘We gaan een grote kuil graven, in de hoek bij het konijnenhok. Pak jullie schepjes maar, dan neem ik die grote van papa wel even.’ Zwijgend liepen ze de tuin in, moeder wees aan waar er gegraven moest worden, maar eerst moest de grasmat eraf. Het gras was heel gelijkmatig gemaaid, vader had er zelfs een schaartje voor gekocht.
Ijverig gingen ze aan de slag, moeder schepte veel sneller en veel grotere scheppen dan de kinderen, en het schoot al flink op. Na een poosje hadden ze een groot vierkant gat gegraven, het kwam tot Lida’s knieën. ‘Zo is het wel goed’ zei moeder, terwijl ze een haar uit haar gezicht veegde. ‘Lida, doe jij je laarzen uit en loop maar naar binnen. Dan mag je papa’s stoel bij de eettafel pakken. En jij Boris, doe jij je laarzen ook uit, en dan mag je papa’s bordje spaghetti pakken, en zijn mes en lepel en vork. Gaat dat lukken?’
Met grote ogen keken ze hun moeder aan, ze leek geen grap te maken. Ze liepen het huis in en kwamen terug met de stoel, het bord en het bestek. Moeder was in de kuil gaan staan en nam eerst de stoel aan. Ze legde het ding op zijn kant in de kuil, het bordje pasta en het bestek legde ze ernaast. ‘Zo, en nu gaan we de kuil weer dichtmaken.’ Lida en Boris zeiden niks, het werd al een beetje donker buiten en zo laat mochten ze normaal nooit opblijven.
Toen de kuil weer dicht was, en de grasmat er weer overheen lag, gingen ze naar binnen. Ze mochten ook nog in bad, omdat ze zo goed geholpen hadden.
Ze lagen allang in bed toen vader thuiskwam. Bij het ontbijt zagen ze hem. Hij stond in de keuken een boterham te eten, hij droeg zijn pak, zoals altijd. Hij dronk een glas melk en daarna gaf hij de kinderen een kus en ging hij weg. Moeder zei niks, haar mond was weer heel klein geworden. Boris en Lida pakten hun tassen en gingen naar school. Toen ze thuis kwamen zei moeder dat de stoel niet meer nodig was.