08-01-2014
‘Hij is prachtig.’ Doris keek vertwijfeld naar het donkerroze propje dat in haar handen was geduwd. Het was het kind van haar schoolvriendin Marie. Doris en Marie zagen elkaar een paar keer per jaar, het was een soort vriendschap gebaseerd op een gemeenschappelijk verleden. Nu dat verleden steeds langer geleden was en een kleiner deel uitmaakte van hun levens, werd het steeds lastiger vol te houden, maar er was onvoldoende reden de vriendschap actief te beeïndigen. En nu was Marie moeder geworden. Ze had het kind Marinus genoemd, vandaag was hij negen dagen oud.
Het kind maakte zachte knorgeluidjes, het zou Doris niks verbazen als het ook een krulstaartje zou hebben. Dat lag niet aan Marie, die mooi en elegant was, echt een verschijning vroeger. Het lag dus aan de vader van het kind, maar over zijn uiterlijk was weinig te zeggen. Ze hadden elkaar nooit ontmoet namelijk, hij en Doris niet, hij en Marie niet. Marie had vele liefdes gekend, maar uiteindelijk had ze elke man tot waanzin gedreven, weggejaagd. Nu ze 39 was geworden had ze een anonieme donor gezocht, en dit was het product van de onbekende hoogopgeleide blanke man van 1 meter 80 met donkerblond haar en grijze ogen.
Marie smeerde beschuit met muisjes en riep vanuit de keuken: ‘Ik moet je iets over Marinus vertellen’. Doris bereidde zich voor op een eindeloze uiteenzetting van de bevalling, ondersteund door foto –en filmmateriaal, een tweede relaas over de kraamhulp, de vroedvrouw en de huisarts, een derde relaas over het ritme van Marinus, de geluidjes, de poepjes, plasjes, krampjes, luchtjes, boertjes, snotjes, badjes, kleertjes en nog veel meer dingen die op –jes eindigden. Dan zou de tijd erop zitten en kon Doris vertrekken met zure melkvlekken op de schouder van haar zijden blouse.
Marie kwam terug met de bordjes, plofte neer op de bank en zei: ‘Hij is homo.’
‘Wie is er homo?’
‘Marinus.’
Doris keek naar de baby die in haar armen lag te slapen. ‘Ik heb er natuurlijk geen verstand van’ begon ze voorzichtig, ‘maar hij is nu negen dagen oud, is dat niet wat aan de vroege kant om homoseksualiteit vast te stellen?’
‘Sorry hoor- je bent er toch niet zo één he?’ Zei Marie op scherpe toon.
‘Hoe bedoel je, zo één?’
‘Nou, dat je denkt homoseksualiteit een keuze is, een soort hobby, een cultureel verschijnsel. Het is gewoon genetisch, dat wist je toch wel, hoop ik? Ik denk dat zijn vader homo is- en toen ik Marinus voor het eerst zag dacht ik meteen- ja hoor, precies zijn vader.’
‘Maar je hebt de vader toch nooit ontmoet?’
‘Nee, maar zoiets voelt een moeder aan, maar dat soort dingen, daar heb jij natuurlijk he-le-maal geen verstand van.’
Doris bekeek de baby nog eens goed. De baby sliep rustig door. ‘Marie, het kan heel goed dat hij homo is, maar denk je niet dat hij dat zelf aan de wereld moet vertellen?’
‘Jezus Doris, je weet ook echt geen bal van baby’s, hij kan nog lang niet praten!’
‘Dat snap ik, maar denk je niet dat het beter zou zijn als je hem de tijd gunt zich te ontwikkelen en dan tot een eventuele coming-out te komen?’
‘Nee,’ zei Marie terwijl ze de baby uit de armen van Doris pakte. ‘Nee. En weet je waarom niet? Ik wil dat mijn kind nergens ‘out’ hoeft te stappen. Hij is vanaf het begin gewoon ‘in’ en of dat homo is of niet, ‘outen’ is niet nodig.’
‘En als hij dan gaat aankondigen dat hij hetero is? Is dat dan een coming in?’
‘Nee, natuurlijk niet. Hij blijft altijd in.’
‘Okee- dat lijkt me goed, altijd in…Maar toch, is het niet..’
‘Jemig Doris, dat had ik echt niet van jou verwacht! Waarom wil je mijn kind zo graag in een hokje plaatsen? Hij is negen dagen oud, moet hij nu al passen in een plaatje?’
‘Nee Marie, natuurlijk niet.’
Snel nam Doris een grote hap uit het beschuitje. En nog een en nog een.
‘Zo laat alweer?’ Doris keek op haar horloge. Terwijl ze dat deed, realiseerde ze zich dat ze al jaren geen horloge meer droeg, maar ze zette dapper door, pakte haar tas van de grond en gaf Marie snel een kus op de wang. ‘Nou, het was me een waar genoegen, tot snel maar weer.’
Marie keek Doris vuil aan en zei: ‘Als ik jou was, zocht ik hulp.’
‘Pardon?’
‘Nou, die homofobie van jou, dat kan echt niet meer in deze tijd.’ De baby werd nu wakker en keek naar zijn moeder. Hij leek werkelijk veel op een big.
‘Okee, Marie, we hebben het er nog wel over. Misschien ben je nog een beetje in de war door de hormomen ofzo…’ Doris liep naar de gang.
‘Takkewijf! Je komt er niet meer in!’ riep Marie haar na.
Zingend zat Doris op de fiets naar huis. Het laatste duwtje was gegeven, Marie was uit haar leven. Ze mocht Marinus nu al, homo of niet.