Koekenpan

Dit verhaal heet:
Overzicht
alle
verhalen

De basis is daar, maar alles kan beter.

/

17-11-2015

Ze is eraan toe om een nieuwe koekenpan kopen. Ze wil het al weken, maanden zelfs, maar ze vond steeds redenen om het niet te doen. Afgelopen drie weekends kocht ze wel andere dingen, zoals twee grijs gestreepte badlakens, een zeeppompje van porselein, beige pantoffels, een wijnrek en een nieuwe knoflookpers. Maar die pan, die pan blijft maar spoken door haar hoofd.

Waarom het nu zo moeilijk is om een pan aan te schaffen, kan ze zelf ook niet begrijpen. Ze werkt hard voor weinig geld, maar ook weer niet zo weinig dat ze zich geen nieuwe pan zou kunnen veroorloven. Het is ook geen gebrek aan tijd. Als ze wil, kan ze zo in haar lunchpauze de winkel inlopen, de pan pakken, afrekenen en nog genoeg tijd over hebben om haar lunch op te eten. Toch komt het er maar niet van.

Er is iets wat haar tegen lijkt te houden. Het voelt alsof de pan een begin zal zijn van een nieuw leven, van een nieuwe Judith, van een nieuwe beweging waarvan ze niet weet of ze er wel klaar voor is. Achter haar bureau sluit ze haar ogen en denkt ze aan het glimmende witte binnenwerk van de pan, haar pan. Hoe ze hem op het vuur zou zetten, hoe de boter langzaam zou smelten, de olie zou spatten, een ei zou stollen…

Wanneer er een collega voorbij loopt, kijkt ze betrapt om zich heen. Maar niemand die het in de gaten heeft. Ze praat niet over wat er aan het gebeuren is in haar hoofd. Als iemand anders haar zou vertellen over een dergelijke obsessie, zou ze het ook niet begrijpen.

De laatste week is de situatie steeds lastiger geworden, tijdens alle gesprekken dwalen haar gedachten af naar de filmpjes die ze heeft gezien in de winkel. Daar staan de pannen in een apart schap, met erbovenop een televisie waar een Duitse kok in een filmpje van 3 minuten laat zien waarom deze pannen zo bijzonder zijn, wat je er allemaal in zou kunnen koken, hoe eenvoudig de pan kan worden schoongemaakt, met een speciaal doekje. Ze zal dat speciale doekje ook kopen, anders heeft het natuurlijk geen zin.

Thuis maakt ze ruimte in haar keukenkastje. Ze treft allerlei dingen aan waarvan ze niet wist dat ze ze bezat. Een ananassnijder bijvoorbeeld, een vergiet in de vorm van een aardbei en een set plastic bewaardozen zonder deksel. Ze schrobt de binnenkant van het kastje met schuurmiddel en een sponsje.

De hele keuken ruikt naar citroen

Dan zet ze de televisie aan om haar vaste serie te kijken. Hoewel ze zich ook ernstig afvraagt wie de vader is van het kind van Donna, haar favoriete personage, kan ze de rust niet vinden. Ze staat op en loopt naar de slaapkamer, en bekijkt zichzelf in de spiegel van haar kledingkast. Een grijze joggingbroek, een donkerblauwe capuchontrui, sloffen, haar haren in een staart.

Ze ziet een vrouw zonder decorum. Een niet onknappe vrouw, maar wel duidelijk de ‘voor’ van een metamorfoseshow. De basis is daar, maar alles kan beter, mooier, uitgebreider, verzorgder ook.

Ze denkt weer aan de pan en probeert haar kamer te bekijken met de ogen van een vreemde. Misschien is het tijd om de slaapkamer eens flink onder handen te nemen. Nieuw bed, fris kleurtje op de muur, nieuwe gordijnen. En als ze dan toch bezig is, kan ze net zo goed die hal eens aanpakken. Zolang ze hier woont, wil ze al een mooie schoenenkast en betere verlichting. Het was er nooit van gekomen, maar nu lijkt het moment er dan te zijn gekomen.

Ze kruipt achter haar laptop en bestelt drie zijden pyjama’s. Het is niet goedkoop, maar zo kan ze er niet bij lopen, dat beseft ze zich ineens sterker dan ooit. Ook maakt ze een afspraak met een schoonheidsspecialist en een tandenbleeksalon.

Tevreden gaat ze naar bed, bij het inslapen stelt ze zich een tafel vol met vrienden voor, waar ze eerst blini’s voor bakt in haar nieuwe pan, en daarna steak. Als dessert warm rood fruit, alles gebakken in de pan. Aan tafel zit ook haar knappe, lange Zweedse vriend, hij is galant en en grappig en zegt af en toe dingen als: ‘Dat doe ik wel liefste, blijf jij maar lekker zitten.’

Na het eten gaan ze nog de kroeg in en de hele tijd houdt haar vriend zijn gespierde arm om haar middel. ‘s Morgens wordt ze gewekt door de geur van roereieren en verse croissants die ze op bed krijgt. Haar ogen vallen dicht.

De volgende dag staat ze weer in de Blokker. Haar vingers glijden over de bodem van de pan, voelen aan de steel, de rand en onderkant. Ze is er bijna klaar voor, ze voelt het.