12-10-2015
Elke woensdagmiddag vertrok Marga naar de bibliotheek om daar voor te lezen aan de kinderen uit het dorp. Het was maar een kwartiertje fietsen, en ook wanneer het regende, stormde of sneeuwde nam ze haar groene Gazelle uit de garage. In de bibliotheek kenden alle medewerkers haar, en onderweg kwam ze altijd kennissen tegen. Zo was het nu eenmaal om te leven in een dorp. Vijftien jaar woonde ze hier, ze was met haar man vertrokken uit de stad om ruimte te hebben voor de kinderen waarvan ze toen nog niet wisten dat ze nooit zouden komen.
Gelukkig kan een mens veel spullen verzamelen en voelde het vrijstaande huis niet te groot. Ze hadden een waskamer, een kleedkamer, een logeerkamer, een studeerkamer en een hobbyzolder.
De kinderen uit het dorp waren ook een beetje háár kinderen, zei ze altijd tegen vrienden van vroeger die tijdens borreltjes voorzichtig informeerden of ze niet eens terug zou willen naar de stad. Die stad waar ze gelééfd had, gedanst had op tafels, concerten en tentoonstellingen had bezocht. Die stad waar ze mooie, maar onpraktische schoenen had gedragen.
De toegang tot het gevoel van heimwee werd altijd ontzegd door zelfgemaakte quiches die plots uit de oven moesten worden gehaald, houtblokken die op het vuur moesten worden gegooid of gasten die aanbelden of juist wilden vertrekken.
Het was een herfstdag met heldere hemel, knisperend geluid van fietsbanden op een bospad, felle zon en een zacht briesje die de gekleurde bladeren met een zekere opgewektheid naar de natte bodem deed dwarrelen.
Ze zou zometeen een paar boeken over de herfst kiezen, besloot ze. De bibliotheek in het dorp was niet groot, en inmiddels kende ze alle prentenboeken van de kinderafdeling. Dat kreeg je met tien jaar elke woensdag voorlezen, dacht ze bij zichzelf. De kinderen genoten twee, hooguit vier jaar van dit deel van de bieb. Daarna lazen ze zelf, of stopten ze er helemaal mee.
Ze zette haar fiets in het linker fietsenrek bij de ingang. Tineke, de coördinator van de bibliotheek zwaaide door het raam en liep haar tegemoet.
Marga pakte juist haar rugtasje uit haar fietsmand toen Tineke zei: ‘Kom je even mee naar kantoor?’ Marga keek op haar horloge en zag dat ze nog twintig minuten had voordat de school uit zou zijn en knikte. Ze dronken wel vaker koffie bij Tineke op kantoor.
Maar toen ze binnenkwam, stond de zwarte thermoskan niet op zijn plek.
‘Marga, ik zal maar met de deur in huis vallen,’ zei Tineke toen. ‘Je weet dat we hier bezig zijn met een professionaliseringsslag, dat we als bibliotheek echt nog meer met onze voeten in de maatschappij moeten staan…’ Marga knikte met haar hoofd en terwijl haar ogen vragend keken. Tineke merkte de ogen niet op en praatte door. Maar Marga hoorde niks meer, ze zag enkel de vrouw van middelbare leeftijd tegenover haar. Ze zag de vrouw van middelbare leeftijd die ze zelf geworden was. Ze zag het praktische windjack, het leren rugzakje, de stevige schoenen waarmee ze zo een veldtocht zou kunnen lopen. Ze zag de lichtgele wanden in het kantoorje. Het prikbord met geboortekaartjes, krantenknipsels en foto’s van teamuitjes. Ze zag het grijze tafelblad en de versleten bureaustoelen. Het was alsof ze voor het eerst kon zien, écht kon zien. Hoe was ze hier verzeild geraakt?
Toen ze opkeek, zag ze Tineke weer en kwam het geluid terug. ‘…en dat we tot het moeilijke besluit zijn gekomen om het voorleesuurtje op de woensdag op alternatieve wijze te laten inrichten door professionals…’
‘Vanaf wanneer precies?’ De praktische kanten van Marga namen wel vaker de overhand, waardoor mensen vaak dachten dat ze een armoedig gevoelsleven had, maar het omgekeerde was waar. Het was zo groot en gecompliceerd daarbinnen, dat Marga meestal niet wist waar te beginnen. En in gezelschap was het al helemaal onmogelijk uit te zoeken wat ze nu voelde.
‘Vanaf vandaag,’ zei Tineke enigszins beschaamd. ‘We hadden het natuurlijk eerder willen zeggen, maar ik was natuurlijk op Texel en Jeanette voelde zich er een beetje ongemakkelijk onder omdat zij de sub-coördinator is.’
Marga knikte, verdoofd stond ze op. ‘Nou, veel succes dan maar.’
Tineke zei: ‘We organiseren nog een mooi afscheid voor je, wanneer weet ik nog niet precies, we hadden het nog zo druk met die herstructurering en de boekpresentaties die op stapel staan.’ Marga knikte en liep naar haar fiets.
‘Je hebt ongelofelijk veel voor het dorp gedaan,’ zei Tineke terwijl ze in de deuropening stond, ‘we zijn je erg dankbaar.’
Marga glimlachte flauwtjes en begon te fietsen. Ze fietste en fietste. Pas bij het station in het volgende dorp stopte ze. Daar nam ze de trein naar waar ze ooit vandaan gekomen was.