02-09-2013
Het was niet zijn bedoeling geweest het zover te laten komen.
Ze waren al een flinke tijd samen, maar het was pas sinds enkele maanden dat Edgar zijn vriendin begon te haten. Hij was onvoorstelbaar verliefd op haar geworden zeven jaar geleden, op een feestje van vrienden. Ze was mooi, slim en spontaan geweest. Nu bleef hij overwerken om maar niet thuis te hoeven zijn. Zijn carrière leed er in elk geval niet onder, sterker nog, hij klom sneller dan ooit.
Gepiep van zijn telefoon klonk, hij was niet verrast. Elke dag smste ze hem rond dit tijdstip. Dan was ze thuis van haar werk, had ze een kop thee gedronken en was ze weer klaar om hem lastig te vallen. Met boodschappenlijstjes, data voor etentjes met haar saaie vrienden of met nog een laatste punt in de discussie die ze dan een dag eerder hadden gevoerd. Van die berichten waarin stond: ‘Ik had het er nog over met Mel en zij vond ook dat ik gelijk heb.’ Of: ‘kijk maar op Wikipedia, Renee Zellweger speelt wel in Cold Mountain.’ Of: ‘Koop je nog even diepvriesspinazie, maar niet die vieze die je vorige keer mee had genomen.’
Vandaag stond er iets anders. ‘Half 9 Giovanni Pizza?’ Het was lang geleden dat ze uit eten waren geweest en nog langer dat ze bij Giovanni Pizza hadden gegeten. Hij ging akkoord, een karafje steenkoude rode huiswijn zou de situatie waarschijnlijk meer goed dan slecht doen, schatte hij in. Hij smste dat het goed was en werkte nog even door.
Hij was 8 minuten te laat, maar dat was meestal zo. Haastig kwam hij het restaurant binnen, het interieur was nog precies hetzelfde als vroeger. Er hingen visnetten aan het plafond en er stonden pilaren van gips voor de ramen. De serveerster was ook nog steeds dezelfde en nam zijn jas aan.
Edina zat al aan een tafeltje in de hoek. Ze keek even op en las daarna verder in het vrouwenblad uit de leesmap die in de vensterbank lag. Hij gaf haar een kus op de wang en zei: ‘je ziet er mooi uit.’ ‘Leugenaar,’ zei ze terug.
De menukaarten werden gebracht, ze keken erin voor de vorm, ze aten altijd hetzelfde als ze in een Italiaans restaurant waren. Hij pasta met kip en pesto en zij cannelloni. Een karaf huiswijn werd snel gebracht. Edina was intussen aan het brood met kruidenboter begonnen.
Het gebrek aan zelfbeheersing maakte Edgar woest van binnen.
Waarom jezelf vol stoppen met ongezond en goedkoop eten als je weet dat er zo dadelijk eten wordt gebracht waar je wel om hebt gevraagd? Dit gesprek hadden ze al vele malen gevoerd met nogal onbevredigende eindes, dus besloot Edgar al deze gedachtes in stilte voorbij te laten gaan.
‘Weet je waarom we hier zijn?’ Vroeg Edina met volle mond.
Hij schudde zijn hoofd. ‘Nee, Edina dat weet ik niet.’
‘Noem me geen Edina.’
‘Maar je heet Edina.’
‘Rot toch op, je doet het alleen maar om mij te pesten.’
Het eten werd op tafel gezet. Ze aten zwijgend.
Edina hervatte het gesprek wederom met volle mond.
‘Nou, ik had bedacht- alles heeft een reden toch?’
Edgar knikte voorzichtig, hij wist niet waar ze heen wilde, maar de manier waarop ze tegenover hem zat, beviel hem helemaal niet. Ze leek op een dikke valse kat, klaar om toe te slaan.
‘Okee, hoe ga ik dit zeggen. Hmm, nee ik doe dit anders… Geef me vijf redenen waarom je bij mij bent.’
Nog zoiets irritants, dat ze hardop zichzelf in de rede viel. Concentreer je dan gewoon een beetje, dacht hij altijd. En dan deze vraag als uitsmijter. Hij slikte.
‘Nou, ik denk dat we samen…’
‘Waarom je bij MIJ bent’ siste ze over de tafel.
Razendsnel dacht Edgar na. Soms was aanval de beste verdediging. ‘Als je dat nog aan me moet vragen, kan ik beter vragen waarom jij bij mij bent’ kaatste hij terug. Snel nam hij een slok wijn.
Edina deed alsof ze gaapte. De half gekauwde cannelloni lagen nog in haar mond.
Hij begon haar niet te haten, besefte hij nu. Hij haatte haar al. Hartstochtelijk.
‘Dan is het vast sadomasochisme’ zei hij daarna zachtjes. Hij was zo moe dat hij niet eens wist of het waar was.
Haar ogen werden kleine spleetjes. ‘Sukkel’ zei ze terwijl ze haar bestek in haar eten legde en de dessertkaart van de naastgelegen tafel pakte. Nog zoiets, dacht hij. Nooit je hoofdgerecht opeten, maar wel een toetje bestellen.
‘Jij iets toe?’
Hij schudde zijn hoofd.
‘Voor mij een grand dessert en een Irish coffee en voor hem een espresso met een glaasje kraanwater.’ Zei Edina geroutineerd tegen de serveerster.
Het grand dessert en de koffie kwamen tegelijk. Vol afgrijzen keek Edgar naar de berg ijs, room, koek en pudding waar zijn vriendin nu aan begon. Ze schoof het bord naar het midden van de tafel, maar hij wilde niet proeven, nee, ook geen hapje. Hij dronk zijn espresso op en keek haar aan. Ze had chocolade op haar wang en schraapte het kommetje panna cotta uit alsof het de laatste panna cotta op aarde was. Uit de speakers klonk voor de derde keer vanavond o sole mio. Ze verdienden deze tent, bedacht hij terwijl hij met zijn suikerzakje speelde. Hij had beter kunnen overwerken.
Edina legde haar lepel neer. Edgar keek op, ze keek hem recht aan.
‘Ik ga dood Edgar.’
Hij versteende. De espresso, de pasta, de kip, de wijn en de pesto, hij proefde alles opnieuw maar dan bitter, verzuurd.
‘Hoe bedoel je je gaat dood? Zulke dingen kun je niet zomaar zeggen, hoe bedoel je, je gaat dood?’
Edina keek hem nog steeds aan, de chocolade nog op haar wang.
‘Ik was vandaag bij de dokter. Het is helemaal niet goed, Edgar.’ Ze huilde nu.
Edgar keek verdwaasd om zich heen. De vrouw die hij haatte, dit slechte restaurant, de te koude wijn. Hij wist dat hij het allemaal nodig had gehad, en nog steeds. Met trillende handen gaf hij zijn creditcard aan de serveerster.
Een paar maanden kreeg hij om vast te houden wat hij steeds weg had willen duwen, maar eigenlijk was het al verloren daar, tijdens het grand dessert bij Giovanni Pizza.