Barista

Dit verhaal heet:
Overzicht
alle
verhalen

Zij moest dan glimlachen.

/ / /

20-02-2014

Het was de vijfendertigste dag dat het meisje in de koffiebar werkte. Haar baan heette vroeger koffiemeisje en tegenwoordig barista. Ze kon met schokkende bewegingen melk in een kopje doen zodat er een vormpje zichtbaar werd. Ze kon met cacao wolkjes in vormpjes uitstrooien en met een razend tempo alle mogelijk opties opratelen. Skinny, soja, extra hot, iced, met shot, double, mocca, caramel, creamed en nog dertien andere dingen.

Ze was goed in haar werk en nog mooi ook. Een combinatie die de vaste klanten beloonden met een fooi bij elke koffiebestelling die ze deden. Dat was dan twintig cent per bestelling, of iets dergelijks, maar dat weerhield de klanten in kwestie er niet van hun kleingeld met de nodige nadruk in het bakje te gooien. Met een veelbetekenend lachje keken ze haar dan aan, in hun pakken, in hun overhemden met patroontjes, met hun puntige schoenen. Sommigen droegen excentrieke brillen. Dat waren de motivators, personal coaches, trainers en b2b marketeers. Deze figuren lieten hun kaartjes achter als de stront van een toerist in India. 

Het was haar niet verteld de eerste dag dat ze hier kwam werken, maar er was een ongeschreven deal die bij dit werk hoorde. In ruil voor de paar euro fooi die ze dagelijks uit het oranje potje kon vissen, mochten de klanten in kwestie tegen haar praten, kletsen, ouwehoeren, de grootst mogelijke onzin uitkramen.

Zo was ze al meerdere malen uitgenodigd voor een workshop van één van de brillen. Een workshop waar ze in haar kracht zou leren staan. Normaal gesproken zou deze middag een honderdvijftig euro hebben gekost, maar voor een weekje gratis Latte Macchiato’s zou ze mee mogen doen. De andere bril beloofde haar vijftig procent korting op de cursus personal branding. Maar dan moest ze wel koffie komen zetten op de cursusmiddag zelf. Deze categorie mensen was erg, maar omdat ze eigenlijk tamelijk ongelukkig uit hun ogen keken en er een vrij grote voorspelbaarheid uitging van hun gedrag (het begon bijvoorbeeld altijd met een: ‘Weet je wat jij zou moeten doen?’) was ze er langzaam aan gewend geraakt.

De lastigste fooismijtertjes waren de dikke baasjes die een of ander handeltje hadden opgezet en nu als trotse haantjes door de straten liepen. Er waren dan twee scenario’s denkbaar. De eerste mogelijkheid was dat ze luid bellend binnenkwamen. Dan riepen ze hun bestelling heel vlug terwijl ze bleven telefoneren. Het wisselgeld werd gedropt in het fooienpotje omdat dat makkelijker was dan het weer op te bergen.

De tweede groep kwam binnen, keek op en was verbaasd zodra zij opmerkten dat ze te maken hadden met een mooie en bekwame barista. Daarop besloten zij dan het wisselgeld in het bakje te smijten met een begeleidende opmerking. ‘Zo, moppie das voor jou.’ Of: ‘Heb je lekker geslapen schat?’ of: ‘Je ziet er moe uit, drukke nacht gehad?’

Zij moest dan glimlachen, een leuke opmerking terug maken, maar nooit onbeleefd te zijn. Dat waren de regels, zo waren haar dagen. Tot deze dag.

Ondanks het weigeren van alle cursussen en workshops voelde ze zich anders vandaag.


Ze voelde zich langer, mooier, slimmer, krachtiger. En ook bozer, maar daarvan was ze zich nog niet bewust toen ze om zeven uur ‘s morgens het rolluik omhoog deed.

Om half acht verschenen de eerste klanten.

‘Dag schoonheid, hoe gaat het met jou?’ Vroeg de eerste man terwijl hij driftig over zijn telefoon aaide. ‘Goed hoor,’ zei ze op de automatische piloot. En weg was hij. Het leek een dag als de andere te worden. Maar toch was er iets anders. Bij elke fooi werd ze een klein beetje kwader. Het was bij de negende klant dat de eerste barsten in haar dienstverlenende instelling zichtbaar werden.

‘Doe maar extra heet, daar weet jij wel raad mee’ had de man gezegd. ‘Jazeker,’ had ze geantwoord, ‘maar weet u daar ook raad mee? Of gaat u nu met uw obese lijf in de auto zitten op weg naar uw kantoortuin, uw systeemplafond, uw werktoren, uw collega’s, uw afdeling, uw mailboxen, uw besprekingen, uw lunchpauze- allemaal niet zo heet?’ Verward had hij haar aangekeken. Hoofdschuddend pakte hij zijn beker koffie en al mompelend verliet hij het pand.

Hierna was ze gekalmeerd, voor een klant of vijf, zes. Toen kwam Richard binnen. Richard deed alsof de koffietent van hem was, en omdat hij er al langer kwam dan dat zij er werkte, was er weinig tegen in te brengen geweest. ‘Dag moppie…’ begon hij zijn bestelling. ‘Rot op met je moppie, noem je eigen moppie maar moppie, noem je hond moppie, maar moppie mij niet,’ zei ze afgemeten. Verbaasd keek Richard op. ‘Met het verkeerde been uit bed gestapt?’

‘Ha! Met het verkeerde been! Ja, dat moet haast wel, als ik geen moppie genoemd wil worden door willekeurige mannen.’ 

‘Willekeurige mannen? Ik ben toch geen willekeurige man? Ik kom hier elke dag.’

 ‘Maar dat maakt mij nog niet je moppie. Wat denk je nou?’

Richard werd rood, hij keek haar kwaad aan. ‘Ik laat me niet zo behandelen in mijn eigen koffietent.’ ‘Nee,’ zei ze ‘IK laat me niet zo behandelen in mijn eigen koffietent.’

‘Ik geef je verdomme elke dag fooi’ zei Richard.

‘Weet je wat je kunt doen met die fooi?’ Ze pakte het bakje en smeet de inhoud in zijn gezicht. De muntjes rinkelden op de tegelvloer. Rustig zette ze het kommetje weer terug op de bar. 

‘Takkewijf, hier ga je spijt van krijgen’ siste Richard terwijl hij naar de deur liep.

‘Dat zou me ernstig verbazen’ schreeuwde ze hem achterna.

Toen de deur dichtviel draaide ze het bordje om. De tent was weer gesloten voor vandaag. Best leuk, dat in je eigen kracht staan.