Bakker

Dit verhaal heet:
Overzicht
alle
verhalen

Alles ging sneller dan verwacht.

/ /

14-05-2015

Ik stond bij de bakker en hoewel dit heel probleemloos klinkt, als een situatie die je ook in de overzichtelijke jaren vijftig had kunnen meemaken, ervoer ik stress. Bakkerijen zijn vreemde brede winkels waar rijen horizontale lijnen zijn, waar je eerst de vitrines niet kunt zien en wanneer je dan eindelijk aan de beurt bent, je zo erg schrikt van deze verandering, dat je zomaar wat dingen roept. En dan sta je weer buiten met een zeemansrogge, twee kaascroissants, twee vitaaltjes en vier kampioentjes. Thuis lieg je dat de krentenbollen op waren.

Ik had al vaak nagedacht over deze situatie en op een avond aan mijn vrienden gevraagd of ze dit bakkersleed herkenden. Meewarig keken ze me aan. ‘Ik heb geen tijd om naar de bakker te gaan,’ zei de een. ‘Ik weet precies wat ik wil en wanneer ik aan de beurt ben,’ zei de ander. ‘Brood is echt heel slecht voor je,’ zei de derde terwijl ze een schijfje komkommer met bietenpaté insmeerde.

Hoewel ik me onbegrepen voelde, had dit gesprek me ook moed gegeven. Er bestond kennelijk helemaal geen probleem, dus hoefde ik het alleen maar uit mijn eigen hoofd te krijgen. Ik besloot naar de bakker te gaan, op een druk tijdstip en zonder lijstje. Ik zou wachten tot mijn beurt en dan rustig de tijd nemen, rond kijken en dan pas zou ik een keuze maken.

Als ik een half brood wilde, zou ik een half brood bestellen.

Ook als er nog maar één hele op de plank zou liggen. Brood kan niet zielig zijn, hield ik mezelf voor terwijl ik dacht aan het arme eenzame halfje dat zou achterblijven.

Het plan mislukte bij binnenkomst al een beetje: het was niet druk, en dat was nu precies deel van de oefening. Er stond een heer in een lange donkerblauwe jas, in zijn linkerhand een leren tas. Naast hem stond een oudere vrouw met een rollator, ze droeg een grote lichtgele jas die het geheel met haar pluizige haar een sfeer van Pasen gaf. In de hoek stond een meisje van een jaar of zeventien met lang blond haar. Ze droeg een kort leren jasje en jeans met gaten bij haar knieën.

De heer bestelde een broodje pastrami en ik was blij dat ik dat niet hoefde te maken, want hoe zag pastrami er eigenlijk uit? De oude vrouw wilde een halfje casino wit en een krentenbrood. Daarna was het meisje aan de beurt, en dan kon ik mijn oefening gaan uitvoeren. Eigenlijk had ik helemaal geen honger, maar dat maakte niet uit, het ging om het proces, niet om het product.

Ik keek opzij naar het meisje. Haar knieën keken terug als twee kale oude mannetjes. De linkerknie leek echt een soort gezicht te hebben, een nors gezicht met een platte neus.

‘Heb ik iets van je aan ofzo?’ Klonk het ineens nijdig.

Ik keek geschrokken op, het meisje keek me vuil aan. ‘Nee, nee, niets. Maar ik dacht dat je knie een gezichtje had, van een oud mannetje..’

‘Sorry?’

‘Nou, een soort oud mannetje, met een kleine platte neus…’

‘Wie kan ik helpen?’ Klonk nu de stem van de bakkersvrouw.

‘Een chocoladebroodje,’ zei het meisje terwijl ze twee euro op de toonbank legde. De bakkersvrouw gaf het zakje aan. Alles ging sneller dan verwacht.

‘Gestoord wijf,’ siste het meisje tegen me terwijl ze de winkel uitliep.

‘Wat mag het voor u zijn?’ Vroeg de bakkersvrouw.

Ik stamelde maar wat en rekende €14,65 af. Buiten had ik geen idee wat er in mijn tas zat. Ik dacht aan de linkerknie van het meisje en voelde hoe hij me aan het uitlachen was.