Agenda

Dit verhaal heet:
Overzicht
alle
verhalen

Dit stond niet gepland voor deze dag.

/ / /

28-04-2015

Odette kijkt op haar horloge hoewel dat eigenlijk niet nodig is, haar mobiele telefoon vertelt ook de tijd en haar mobiele telefoon laat ze geen moment los. Er valt ook niet aan te ontkomen, denkt ze bij zichzelf. Ze heeft afspraken vandaag, en haar schema loopt in de soep door de vertraging van de trein. Ze had ook nooit de trein moeten nemen, dit had ze kunnen weten. Maar goed, die airco moet toch echt een keer gemaakt worden. Stel je voor, in de auto met de kinderen zonder airco. Dit weekend is het weer haar beurt om het hockeyteam van haar jongste dochter te rijden.

Het waait op het perron. Op het bord staat dat de trein over een kwartier zal komen. Ze stopt haar telefoon in haar jaszak en masseert haar slapen. In haar hoofd gaat ze door haar agenda van deze dag. Drie afspraken met klanten, lunchbespreking, werken, werken, werken. Dan de juf van Douwe bellen over dat incidentje met Duco, het kind van Jolijn. Dat kinderen elkaar niet moeten bijten, dat zeker. Maar om nou een week geen speelkwartier te hebben, voor straf… ze wordt weer kwaad nu ze erover nadenkt. De juf zou zich moeten afvragen hoe het komt dat Douwe zich zo onveilig voelt, denkt Odette.

Dan moet ze nog de aannemer bellen. De speelkamer moet groter, en die ene muur in de woonkamer eruit. En een andere vloer, onvoorstelbaar dat de vorige bewoners deze vloer hadden gekozen. Grenen, hoe burgerlijk. De schoorsteenveger, die moet ook komen, maar dat kan wachten tot het einde van de zomer. Ze zet het vast in haar digitale agenda. Dan graait ze in haar tas en pakt ze haar lippenstift. Geen excuus voor slecht gestifte lippen, warrige haren, onverzorgde nagels of ladders in je kousen. Er is ook geen excuus voor incomplete serviezen, slecht geklede kinderen of echtgenoten, geen excuus voor middelmatige wijnen, middelmatige hapjes, geen excuus voor een lichaam dat niet in vorm is. Vier keer per week sport ze. Elke week gaat ze naar de schoonheidsspecialist en om de week naar de kapper. Ze maakt haar leven precies zoals ze het altijd voor zich heeft gezien. En straks, als de verbouwing klaar is, kan ze de mensen ontvangen in het huis dat er precies zo uitziet als ze al die tijd in haar hoofd heeft gehad.

De kasten op maat staan er al, en de kleden uit Marokko komen eind deze week. De kinderen hebben elk een eigen gedeelte in de kast waar ze wat spulletjes kwijt kunnen. Niet teveel, daarvoor hebben ze elk een eigen slaapkamer en de ruime speelkamer. Een interieur hoeft niet in dienst te staan van de kinderen. Alles kan precies zijn zoals je wilt, het kost wat inspanning misschien, maar wat niet? Meewarig denkt ze aan de moeders en huizen van vriendjes van haar kinderen. Verslonst.

De trein komt aan. Er stappen mensen uit en Odette stapt in. Ze gaat zitten bij het raam, maar kijkt niet naar buiten. Ze mailt nog even wat mensen over het feestje van haar oudste. Ze inventariseert eventuele dieetwensen. Een kleine moeite om ook glutenvrije pannenkoeken te bakken. Ze sluit haar ogen. Vreemd dat ze daar nu behoeft aan heeft, ze heeft vanmorgen nog energizing yoga gedaan.

Ze droomt over haar huis, de verbouwing is af. Het is mooi weer buiten, de deuren naar de tuin staan open. De magnoliaboom bloeit prachtig. De kinderen spelen zoet in de speelkamer. Op een zilveren blad liggen torentjes van rauwe tonijn met zeewier en zwarte sesam. Haar echtgenoot draagt zijn donkerblauwe pak met een kraakhelder wit hemd. Hij is gebruind en geeft haar een kristallen glas aan met witte wijn uit het chateau van vrienden die in Frankrijk wonen. Ze gaan zitten op hun nieuwe designbank. Ze drinken in stilte. Dan wordt Odette wakker van gezoem in haar jaszak.

Het is haar echtgenoot. Normaal belt hij nooit overdag. Daar hebben ze afspraken over gemaakt, niks vervelender dan die mensen die elkaar over elk wissewasje lastig vallen op het werk.

Ze neemt op.

‘Lodewijk?’ Ze fluistert een beetje, bellen in de trein vindt ze een vreemde toestand waarbij privacy verloren gaat.

‘Odette?’ Hij lijkt te lispelen.

‘Lode, wat is het? Is het ernstig?’

‘Ik trek het niet meer.’

‘Waar heb je het over?’ Een oude vrouw loopt voorbij. Het boodschappenkarretje stoot tegen de linkerpump van Odette aan. Gelukkig is het zachte kalfsleer niet beschadigd.

‘Lode?’ Ze klinkt nu scherp. Dit stond niet in haar agenda voor deze dag.

‘Het spijt me zo,’ zegt hij nu.

‘Waar ben je nu?’ Ze kijkt om zich heen om zeker te zijn dat er geen bekenden in de buurt zitten.

‘Het maakt niet uit,’ zegt hij.

‘Wat is het, Lode?’

‘Odette, ik ga bij je weg.’ Hij zegt het plompverloren, alsof hij een halfje brood gaat kopen.

‘Dat kan niet.’

‘Odette…luister naar me…’

‘Jij gaat helemaal nergens heen. Je maakt deze werkdag af, dan kom je naar huis en eet je de pasta primavera die ik vandaag voor je kook. Daarna gaan de kinderen naar bed en kun jij nog wat werken terwijl ik de broodbakmachine alvast aanzet voor morgen. Maar weg, nee jij gaat helemaal niet weg…’

Dan merkt ze dat haar man al heeft opgehangen.