Advies

Dit verhaal heet:
Overzicht
alle
verhalen

Overzichtelijke problematiek.

/

04-03-2015

Eigenlijk was Fia tamelijk gezond. Ze rookte niet, gebruikte geen drugs, dronk meestal met mate, at geen rare dingen en aan bewegen deed ze ook nog. Toch zat ze hier in de wachtkamer met allerlei anderen.

Bij de meesten kon je niet meteen zien wat er scheelde. Misschien hadden ze wel grote pussende zweren onder hun t-shirts, of vetbulten zo groot als een tennisbal op hun schouder zitten. Of vreselijke aambeien, of schaamluis, hoewel dat laatste tamelijk zeldzaam scheen te zijn geworden met de weinig harige ondermode van de laatste jaren.

De jongen in de hoek leed in elk geval aan vreselijke hoest met slijm en geblaf, het meisje naast haar droeg haar arm in een mitella. Overzichtelijke problematiek. Er kwamen nog meer mensen binnen. Het was een grote praktijk waar ze zat, met ruim twintig artsen. Welke je kreeg leek meer een loterij dan dat er een systeem werd gehanteerd. Het maakte Fia niet uit, ze hechtte niet aan huisartsen of aan wat dan ook, eigenlijk.

Een keer had ze wel overwogen om van praktijk te wisselen. Dat was toen ze met zware keelpijn naar het spreekuur was gekomen. ‘Uw keelamandelen zijn niet erg opgezwollen’ zei de huisarts van die dag. ‘Ik heb geen keelamandelen meer,’ had ze geantwoord. De arts kreeg rode konen maar zei enkel: ‘vandaar’. Daarna gaf de arts het advies veel thee te drinken en rust te houden. Het hielp nog ook.

Na vierentwintig minuten wachten was ze aan de beurt.

‘Wat kan ik voor je doen?’ Vroeg de huisarts die ze nog nooit eerder had gezien. Fia keek om zich heen. Lichtgele wanden, een groot bureau, een plantje, een wastafel en een behandeltafel. Aan haar kant van de tafel twee met leer beklede stoelen. Op het bureau een doos met tissues, een pennenbakje en een grote monitor die zorgvuldig was weggedraaid van de patiëntenkant. Bovenop de monitor twee oranje wuppies, hoelang geleden werden die ook alweer weggegeven? Was het bij een EK of WK?

‘Wat kan ik voor je doen?’ Vroeg de huisarts nogmaals. Pas nu realiseerde Fia zich dat er echt een mens aan de andere kant van het bureau zat. De huisarts, een vrouw, gewoon een vrouw. Ze droeg een lichtpaarse blouse, een gouden horloge en haar blonde haren waren kortgeknipt. Ze zou de deftige zus van Yvonne Jaspers kunnen zijn. Maar ze heette niet Jaspers, en of ze getrouwd was of niet, dat waren gesprekken die niet in deze kamer gevoerd werden. Het was tijd om het woord te nemen, de huisarts keek nogal onderzoekend.

Met een zucht begon Fia haar verhaal.

‘Ik vind het gewoon niks aan.’

‘Wat precies?’

‘Alles.’

‘Alles?’

‘Nou, de dagen, de mensen, mijn werk, dat soort dingen.’

De huisarts begon driftig te tikken op haar toetsenbord.

‘En hoelang heb je deze klachten al?’

Fia haalde haar schouders op.

‘Ik weet niet. Het zijn ook geen klachten. Het is meer een constatering, eigenlijk.’

De huisarts stopte met typen.

‘Toch ben je naar mij toe gekomen vandaag.’

‘Ja.’

‘Waarom?’

‘Een vriendin van me zei dat ik dat eens moest doen. En ik had toch nog een vrije dag vandaag. Dus dat kwam wel goed uit.’

‘Vertel eens wat meer over die vriendin van je.’

‘Die vriendin? Nou ze heet Sanne en ze werkt bij een boekhoudkantoor.’

‘Zijn jullie close?’

‘We gaan niet met elkaar naar bed, als je dat soms bedoelt.’

De huisarts fronste. ‘Dat was niet wat ik bedoelde.’

‘Het was een grapje.’ Zenuwachtig friemelde Fia aan haar mouw.

Daarna zei ze: ‘Duurt het nog lang, deze afspraak?’

De huisarts trok een empatisch gezicht. ‘Hoe kunnen we zorgen dat jij je beter gaat voelen?’

‘Weet u dat dan niet?’ vroeg Fia aarzelend.

‘Wat wil je precies?’ Vroeg de huisarts.

‘Ehm, wat bedoelt u precies?’

‘Jij bent naar mij toe gekomen, dus ik denk dat je hulp zoekt…’ de huisarts forceerde een nieuwe glimlach op haar gezicht.

Fia keek naar de huisarts, naar het toetsenbord, naar de muren van de kamer. Ze zuchtte diep. ‘Het spijt me. Ik had hier gewoon meer van verwacht, denk ik. Ik stap maar weer eens op.’

‘Waarom kies je daar nu voor?’

‘Het is gewoon te saai.’ Ze keek nog eens rond. ‘Dat u het hier volhoudt zeg, saaaai.’

‘Het is wat het is,’ zei de huisarts toen.

En daarmee had ze het beste advies van die dag verstrekt.