Aangifte

Dit verhaal heet:
Overzicht
alle
verhalen

Er zijn acht verschillende soorten kaas in de kantine.

/ / /

15-04-2013

Zenuwachtig beende de man heen en weer op het politiebureau. De jonge agent had zojuist een vermissing van een horloge gearchiveerd en keek schuchter naar de man die zeker twee koppen groter was dan hijzelf. ‘Kan ik u helpen misschien?’

 

‘Jazeker, ik kom aangifte doen.’

 

‘Aangifte, waarvan?’

 

‘Nou, het zit me nogal dwars dit-’

 

De agent onderbrak hem ‘U kunt ook online aangifte doen, bent u daarvan op de hoogte?’

 

‘Daarvan ben ik op de hoogte, dank u. Maar dit hier, waar ik vandaag aangifte van kom doen, was niet een van de categorieën die ik op uw website kon aanvinken, helaas.’

 

‘Goed, ik open het formulier even voor u.’ De agent keek geconcentreerd naar het scherm.  ‘Zegt u het maar.’

 

‘Ik doe aangifte van middelmatigheid.’

 

‘Pardon?’

 

‘Middelmatigheid.’

 

‘Meneer, ik weet niet of-’

 

‘Gelul! Ik ben hier en ik heb iets ergs meegemaakt- en het gebeurt elke dag opnieuw. Zit en luister.’

 

De agent zuchtte en keerde zich weer naar zijn beeldscherm. 

 

‘Okee, vertelt u maar, dan schrijf ik mee.’

 

‘Goed, het zit zo. Ik word elke ochtend wakker in een bed met een redelijk goed matras, één van de duurdere van de IKEA. Naast me ligt mijn vrouw, Mariët. Een goed wijf, maar wel gewoon, gewoon- een Mariët, als u begrijpt wat ik bedoel. We ontbijten, we eten het duurdere brood van de Appie. Ik maak een kop koffie met het Nespresso-apparaat waar mijn vrouw de huismerkcupjes voor koopt. Scheelt toch al gauw een tientje per maand. Dan ga ik naar mijn werk, meestal met de auto. Een best mooie Opel. Mijn vrouw rijdt een klein auto’tje. Als ik op mijn werk aankom praat ik met mijn collega’s, over het weekend, over de meetings van die dag. Bij de lunch neem ik een soepje en twee pistoletjes kaas. Er zijn acht verschillende soorten kaas in de kantine. Dat betekent dat ik twee weken kan variëren- elke dag een andere soort kaas.’

 

‘Werkt u maar vier dagen dan?’

 

‘Nee, maar op vrijdag eet ik een kroket of een kaassouflé.’

 

‘Goed, gaat u door.’

 

‘In de pauze praten mijn collega’s en ik over het nieuws of over sport. We zijn tamelijk betrokken burgers, daarom praten we ook weleens over maatschappelijke kwesties, maar we worden nooit te politiek. Het liefst bespreken we de waan van de dag, maar eigenlijk praten we in cirkels. Na een poos beginnen we weer van voor af aan bij het eerste onderwerp. Ik heb ze opgeschreven.’

 

Hij schraapte zijn keel en begon voor te lezen.

 

1. Orgaandonatie: verplichten of niet

2. Dubbele nationaliteit of niet

3. Voedselschandalen

4. Het woord allochtoon afschaffen

5. APK keuringen

6. Voetbalcompetitie/ontslagen trainers

7. Voetbalvrouwen

8. Kosten van politie-ingrijpen bij voetbalrellen

9. Goede recepten uit kookboeken die in de mode zijn

10. Huisdieren en hun gedrag

11. Subsidietrekkers van allerlei allooi

12. Nieuwe schoenmode

13. Stedentrips

14. Collega’s van andere afdelingen

15. Nieuwe telefoons enzo

16. Apple

17. Scandinavische series

18. Wijnen en bieren

19. Seksistische grappen

20. Filmpjes op internet

21. Kappers

22. Laminaatvloeren

23. Films

24. Kinderen van anderen of jezelf

25. Sporten die we zelf beoefenen

26. Vrouwen en familieleden

27. Muziek

28. De weirdo die gister bij DWDD zat

29. Feestjes waar we waren of nog heen gaan

30. Goede matrassen

31. Koffie-apparaten

  

De man zuchte diep. ‘Dat was het.’

 

De agent had rode konen gekregen van het snelle typen en keek fronsend naar de lijst.  

 

‘Is laminaat met een d of een t?’

 

‘T.’

 

‘Okee, en wat bedoelt u met Scandinavische series?’

 

‘Nou, gewoon, series als Borgen of The Killing ofzo’

 

‘Dat zet ik er dan even bij.’

 

‘En welk kookboek doelt u op?’

 

‘Ottolengi.’

 

De agent typte ijverig door en met een ferme tik op de enterknop zei hij: ‘ziezo.’

 

‘En nu?’ Vroeg de man terwijl hij naar het briefje keek. ‘Wat gebeurt er nu?’

 

‘Hoe bedoelt u?’

 

‘Nou, wat gaat u eraan doen?’

 

De agent dacht even na en zei toen: ‘ik vrees dat we niets voor u kunnen doen. In feite doet u nu aangifte tegen uzelf- maar zolang u niet dreigt van een flat af te springen, kunnen wij niks voor u betekenen. Wilt u een pepermuntje misschien?’

Dat wilde hij wel. Hij nam een handvol en daarna nog één en nog één. Zijn darmen maakten overuren die middag.  Toen hij dubbelgevouwen van de kramp op de wc zat voelde hij zich meer levend dan ooit te voren.